Na de lange reis van de dagen ervoor, was het geen moeilijke keuze om deze dag te bestempelen als rustdag. Alleen een klein ritje naar het dichtstbijzijnde stadje, Castletown-Bearhaven, stond op het programma om boodschappen te doen. Na een bezoek aan de lokale groenteboer, die ook schoonmaakmiddelen op citroenbasis verkoopt én de grootste supermarkt, die ook soft-ijsjes bij de servicebalie verkoopt, rijden we terug. De hevige regenbui die de lokale markt letterlijk in het water deed vallen, bleek plaatselijk; de rest van de dag bleef het droog.
Omdat dit in feite nog onze rustdag is, besluiten we de rest van de middag niet veel te doen. We spenderen de rest van de tijd in en om het huis. Het weer is goed, geen regen en geen zon en een matige wind. De vogels vliegen af en aan, de konijnen rennen door de heuvels en de schapen aan de overkant zijn als de dood als we iets dichterbij komen kijken.
De rust wordt verstoord door iemand die het een goed idee vond om, vermoedelijk, zijn afval in de buitenlucht te verbranden. Ergens is het wel begrijpelijk dat mensen zelf hun afval verwerken, maar prettig voor de omgeving is anders. Overigens is deze geur nog beter dan die rondom een ondergrondse container in Utrecht. Ruim 2 uur later is een deel van het dal gevuld met rook en lijkt aan de vuilverbranding voorlopig nog geen eind gekomen.