Omdat onze lunch nogal in het water was gevallen, en we daarna niet veel meer hadden gegeten, besloten we af te dalen naar het restaurant. De prijzen aan boord zijn astronomisch. Op de heenweg had ik dat ook al laten blijken, toen ik uit financieel oogpunt het ontbijt aan mij voorbij liet gaan. De situatie was nu anders, ik had geen enkele keus. Want gezien het tijdstip, zou ik de volgende ochtend sowieso niet ontbijten; al was het gratis.
Waar je voorheen op een wiebelend schip zelf met je dienblad moest lopen, zorgen de coronamaatregelen er nu voor dat je na het afrekenen een tafeltje kan uitkiezen. Daarna word je maaltijd keurig netjes bezorgd. Je moet wel zelf je bestek gaan halen, want anders loop je het risico om besmet te raken, is het idee. Het maakt de restaurantervaring aan boord wel een stuk plezanter.
De volgende ochtend worden we gewekt door de automatische omroep, die wederom met een te vrolijk muziekje aankondigt dat het ochtend is. Voor mij valt dit nog onder de nacht; maar daar denkt men anders over. Een half uur later worden we getrakteerd op vogelgeluiden, en weer een half uur later krijgen we muziek. Daarna klinkt de oproep om juist in de hut te blijven, totdat de ontscheping begint. Ook dit is een coronamaatregel die best fijn is. Nu sta je niet een half uur te dringen bij een trap, met al je bagage.
Wat wel jammer is, is dat de mededeling dat men naar de autodekken mag nooit is geweest. Hierdoor verloopt de ontscheping niet zoals gepland; want her en der blijven auto’s in de rijen staan. Voor ons geen probleem, want we hadden al wat afstand van onze voorganger gehouden. Die was trouwens wel op tijd.