Twee jaar geleden bekeken we de verlaten kopermijn al van dichtbij; maar we willen nu nog dichterbij komen dan destijds. We beginnen rustig en rijden de bergen in, richting Allihies. Het kopermijnmuseum laten we links liggen, we gaan namelijk naar de kopermijn zelf toe.
We starten onderaan de heuvels waar de mijnschachten onder liggen. Naast een hoop losse stenen, is hier niet veel te zien, dus zoeken we het hogerop. Verbazingwekkend genoeg, komen we nog best ver. De wegen worden wel steeds slechter, en de schapen op de weg lijken ons de willen waarschuwen.
Zolang onze auto het volhoudt, rijden we door, hebben we besloten. Op een gegeven moment komen we zelfs een hek tegen op de weg. We besluiten het te openen, door te rijden en daarna weer te sluiten. Na deze handeling, vindt de auto het genoeg. Het slechte wegdek, voor zover daar sprake van is, en de hoge grasmat eisen hun tol.
De weg naar beneden is eenvoudig, op dat ene hek na dan. Met een auto die stinkt naar verbrand gras rijden we, via het strandje in de buurt, naar huis. Gelukkig hebben we wel wat mooie foto’s kunnen maken, nabij de kopermijn.