Gisteren heeft de airconditioning van de auto zijn laatste adem uitgeblazen. Recht in ons gezicht, met de nodige rotzooi die meekwam. Rijden zonder airco is, in de zomer geen pretje, dus zoeken we een garage op. De eerste garage die we tegenkomen is gelukkig open. We leggen ons probleem voor, en worden nog net niet uitgelachen. Airconditioning zullen we hier niet nodig hebben, is de conclusie van de garagehouder. Wel kijkt hij nog even wat het probleem zou kunnen zijn, en verwijst ons uiteindelijk door naar een garage die ons wel verder zou kunnen helpen.
De middag spenderen we in Bantry, het is namelijk vrijdag, dus marktdag. Vorige week viel die dag letterlijk in het water door het slechte weer. Vandaag was eigenlijk niet anders, maar het aantal kraampjes was wel verdubbeld. Niet veel later houdt ook de regen op, maar de zon laat zich niet zien. Ook vandaag is het niet gelukt om Bantry in de zon te zien.
Echter maken de nieuwe kraampjes wel veel goed, deze hebben namelijk interessantere koopwaar. Zo worden hier onder andere spinners in allerlei vormen en maten, elektrische bellenblaasmachines en niet van echt te onderscheiden wapens verkocht. Het zorgwekkendst is nog dat de meeste kinderen zich met deze wapens lijken te vermaken.
Na een warme lunch gehaald te hebben bij een eettentje op de markt en de lokale supermarkt, rijden we rustig terug naar huis. Halverwege komen we in een konvooi terecht. Op een dergelijk weggedeelte is dan één rijbaan beschikbaar, aan de andere kant wordt gewerkt. Aan beide zijden staan verkeersregelaars die het verkeer om beurten door laten. Hiervoor hebben zij zelfs speciale borden met daarop de tekst “GO” en “STOP”. Om het verkeer niet te hard langs de wegwerkers te laten rijden, gaat een dienstauto voorop. Een zeer veilige, maar tijdrovende methode.