Het is weer bijzonder vroeg als we de auto in stappen om naar Cork te rijden. Hoewel we binnen het land blijven, en ook de provincie niet uit gaan, is zo’n tocht altijd te vergelijken met een roadtrip. Naar mate we de stad naderen worden ook de wegen beter. Na ruim 2 uur rijden we een parkeergarage in, die ons aan het einde van de dag €18 durft te vragen voor het droog stallen van onze auto.
De garage ligt gelukkig niet ver van Opera Lane, slechts één van de winkelstraten in het centrum van Cork en zeer waarschijnlijk vernoemd naar de Cork Opera die aan het einde ervan ligt. Via deze straat komen we uit in het ruime centrum waar we onze winkeltocht starten met een lunch bij Abra Kebabra. Toegegeven, we hebben deze plek puur om de naam uitgekozen.
Na de lunch vervolgen we onze wandeltocht. Cork verschilt qua winkelaanbod niet heel veel van een gemiddelde Nederlandse stad. De meeste grote ketens zijn hier, al dan niet onder een andere naam, ook terug te vinden. Gelukkig is er nog meer te zien, zoals de Engelse Markt. Een overdekte hal met een zeer divers aanbod aan verse producten. Ook andere overdekte winkelsteegjes zijn best interessant. Daarnaast lijkt het met de economie ook steeds beter te gaan, zo is de leegstand minder dan in voorgaande jaren en zoekt bijna elke winkel wel personeel.
Deze dag wordt afgesloten met een diner in een Italiaans restaurant. Echter is de tijd tussen het einde van onze wandeltocht en de gemaakte reservering iets meer dan drie uur bedraagt strijken we neer in Cork Opera House, recht tegenover het restaurant. Een plek die wel vaker gebruikt schijnt te worden door mensen die even moeten wachten. Anderen krijgen zelfs gratis water aangeboden. Wij gaan voor de SanPellegrino, ook al kost die een royale €2,50 per glas.
Uiteindelijk eindigen we in het restaurant, dat twee dagen eerder na een grote verbouwing is heropend. Vergeleken met vorig jaar zie ik weinig verschil, maar volgens de eigenaar is het reden voor een nieuwe menukaart en ballonnen. Na het dessert vertrekken we snel naar de auto. Buiten begint het te schemeren, wat inhoudt dat we in het donker de smalste wegen zullen moeten trotseren. Ierland kent op de buitenwegen geen straatlantaarns, en heeft ook niet overal kattenogen in het wegdek. Combineer dat met een flinke regenbui en het kan op sommige punten nog spannend worden. Onderweg rijden we slechts één enorme mot dood, verder komen we ongeschonden weer thuis.