Rondom Oekraïne hebben de Russen de afgelopen weken een imposante troepenmacht gestationeerd. Ook het naburige Belarus heeft Rusland geen strobreed in de weg gelegd om naar de grens met Oekraïne te trekken. Belarus en Rusland verklaren dat deze actie een oefening betreft. De onafhankelijkheid van Oekraïne staat op het spel. Het land dat geen lid is van de Europese Unie en ook geen lid is van de NAVO kan alleen maar hopen op steun. Andere landen in de regio kijken met argusogen naar deze situatie. Ook Estland kijkt kritisch naar de zetten die Poetin doet op het schaakbord van het wereldtoneel.
Estland heeft in zekere zin minder te vrezen, als het gaat om militaire steun. Het land werd in 2004 lid van de NAVO en diverse landen hebben er militairen gestationeerd. Dit geldt ook voor buurlanden Letland en Litouwen. Theoretisch gezien zou Estland aanspraak kunnen maken op deze steun, mocht Rusland het land binnenvallen. Dat deze kwestie ook in Estland leeft, blijkt uit een verklaring die de minister van defensie Kalle Laanet eerder deze week gaf tijdens een persconferentie.
Hierin stelde hij dat de directe dreiging van Rusland niet is vergroot, maar de indirecte dreiging mogelijk wel. Hij benadrukte dat samenwerking met andere landen in de regio van groot belang is in deze kwestie. Naar aanleiding hiervan, zullen diverse ministers van defensie van tien landen uit de regio elkaar ontmoeten in het Verenigd Koninkrijk. Naar verwachting zal dat komende maandag plaatsvinden. In het weekeinde voorafgaand aan deze ontmoeting zal Laanet naar Vilnius afreizen om deze zaak te bespreken met zijn Letse, Litouwse en Amerikaanse collega’s.
Tijdens deze persconferentie kwam ook de plaatsvervangend commandant van het Estse leger aan het woord, Veiko-Vello Palm. Hij was meer uitgesproken over de situatie en verduidelijkte de woorden van Laanet. Palm stelt dat de directe dreiging is afgenomen doordat veel Russische troepen, die nabij de Estse grens gelegerd waren, nu zuidwaarts zijn getrokken. Verder betwijfelt hij of Belarus en Rusland daadwerkelijk een oefening organiseren nabij Oekraïne. Volgens zijn inlichtingen zijn er reeds 30.000 militairen in Belarus en is er een aanzienlijke hoeveelheid wapens meegenomen.
Naar aanleiding van deze berichten over de oefening Soyuznaya Reshimost (Vastberaden Bondgenoten), heeft een Litouwse afvaardiging opheldering gevraagd bij Belarus. Hierbij beriep het land zich op internationale afspraken vastgelegd bij de OSCE. In die afspraken staat onder andere dat elk land dat meer dan 9000 militairen ergens op eigen grondgebied stationeert, dat aan de buurlanden dient te laten weten. Litouwen heeft onvoldoende antwoorden gekregen op de gestelde vragen. De Baltische staten hebben nu gezamenlijk om opheldering gevraagd.
Een aanval op Oekraïne zou, volgens Palm, een zorgwekkende ontwikkeling zijn voor de veiligheid in de regio. Het baart hem zorgen dat Rusland relatief snel grote troepenmachten kan mobiliseren, zoals men eerder al deed in Kazachstan. Het is ook de afgelopen 30 jaar niet voorgekomen dat Rusland dergelijk militair machtsvertoon liet zien. Palm houdt vooralsnog alle mogelijke scenario’s voor mogelijk, waaronder een aanval op Oekraïne. Over Rusland is hij duidelijk; “leven met zo’n buurland, is altijd een groot risico”.
Ondertussen is men in Estland aan het kijken naar de humanitaire gevolgen van deze mogelijke oorlog. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken kan Estland ruim 2000 vluchtelingen opnemen.