De gestegen brandstofprijzen zorgen voor problemen bij vervoerders die gratis openbaar vervoer aanbieden. De overeengekomen prijsafspraken zijn namelijk gemaakt op basis van de brandstofprijzen van een paar jaar geleden, met inachtneming van een normale stijging. Door onder andere de Russische inval in Oekraïne zijn deze prijzen harder gestegen dan normaal.
Diverse busbedrijven hebben zich inmiddels verenigd om een hogere vergoeding te krijgen uit het budget dat is bepaald voor het gratis openbaar vervoer. Normaal gesproken zorgt een hoge brandstofprijs ervoor dat meer mensen met de bus gaan, waar ze voor meer omzet zorgen. In het geval van gratis openbaar vervoer gaat deze vlieger niet meer op.
De vervoerders hebben te maken met flinke prijsstijgingen van de gebruikte brandstof. Normaal gesproken wordt uitgegaan van een stijging van tussen de 3 en 5%. Nu heeft men te maken met stijgingen van soms wel 50%. Hierdoor worden de meeste routes niet meer rendabel. Pas in juni is er de mogelijkheid om de contracten aan te passen, maar dan wordt enkel gekeken naar de brandstofprijzen van eind 2021 en de eerste weken van 2022. De enorme prijsstijging van eind februari wordt hierdoor niet meegenomen.
Jüri Etverk, directeur van Go Group, ziet het somber in. Zijn bedrijf rijdt veel streekbusroutes die, van overheidswege, gratis aangeboden moeten worden. In de eerste twee maanden van dit jaar leed het bedrijf al ruim een half miljoen euro verlies. Ook maart ziet er somber uit, omdat de prijzen pas aan het einde van deze maand redelijk beginnen te normaliseren.
Het verantwoordelijke ministerie heeft inmiddels toegezegd om in juli de bedrijven te compenseren. Volgens Etverk komt het bedrag uit op ruim €3 miljoen. Dit jaar heeft de overheid €56 miljoen gereserveerd om het gratis openbaar vervoer aan te bieden. Vorig jaar kostte dit de overheid nog €50 miljoen.