Estse douaniers hebben een Russische vrachtwagenchauffeur de toegang tot Estland geweigerd. De chauffeur trok de aandacht doordat hij achter zijn voorruit een oranje-zwart lint had opgehangen. Dit lint, St. George’s Ribbon (Georgi lint), werd in 1769 ingesteld als hoge Russische militaire onderscheiding en is sindsdien, met enkele onderbrekingen, dat steeds geweest.
Het lint is vooral zichtbaar rondom 9 mei, de dag dat Rusland viert dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. Maar het lint is sinds eind februari dit jaar ook zichtbaar in de vorm van een Z, het symbool dat de Russen gebruiken voor de oorlog in Oekraïne. Dergelijke symbolen zijn niet expliciet verboden in Estland, maar kunnen de openbare orde wel verstoren. Het kan worden gezien als oorlogspropaganda, en dat is sowieso strafbaar. Dit was voor de douaniers reden om in gesprek te gaan met de desbetreffende vrachtwagenchauffeur.
De vrachtwagenchauffeur gaf in het gesprek aan dat hij op de hoogte was van de oorlog in Oekraïne en de gruwelijkheden die in Bucha hebben plaatsgevonden. Hij verdedigde de acties van het Russische leger en was uitgesproken voorstander van de oorlog, die hij beschouwde als noodzakelijke speciale operatie. Na deze uitlatingen hebben de douaniers besloten hem de toegang tot Estland te weigeren. Daarnaast hebben zij het visum van de man ongeldig verklaard en hem een inreisverbod opgelegd.
De man in kwestie was op weg naar Paldiski om daar exportauto’s op te halen.