Een dag later proberen we ons dagprogramma van de dag ervoor nogmaals uit te voeren. Dat lijkt te lukken, als we na een klein half uur voor de ingang staan van de dierentuin, Tallinna Loomaaed. Ten opzichte van een aantal jaren eerder is er veel veranderd. Diverse verblijven zijn opgeknapt, of staan op de lijst om opgeknapt te worden. Het nieuwe verblijf van de ijsberen is het meest recente dat is opgeknapt. Uiteraard brengen we ze een bezoekje, maar we slaan ook de uilen, krokodillen, vissen en slangen niet over. Door de warme temperatuur doen we rustiger aan dan we van plan zijn, en slaan het winkeluitje in winkelcentrum Rocca al Mare deze dag even over; al is het binnen wel beter vertoeven dan buiten.
In de avond krijgen we gematigd goed nieuws, het lijkt gedaan met de aanhoudende hitte in Estland, of in ieder geval in de hoofdstad. De volgende dag zouden we naar Rocca al Mare gaan, maar stellen dit toch maar uit naar een dag waarop meer regen voorspeld is. Dit is in Tallinn altijd een gok, aangezien veel regenbuien pas buiten de stad lijken te vallen, en veel, letterlijk, overwaait. Om die reden besluiten we Rocca al Mare nog een dag op te schuiven.
Een dag later staan we op de 23e verdieping van Hotell Viru. Een verdieping die tot de val van de Sovjet-Unie officieel niet bestond, maar wel aanwezig was. Reden hiervoor is de huisvesting van de KGB op de bovenste verdieping van het hotel, dat speciaal gebouwd werd voor het ontvangen van, voornamelijk Finse, toeristen. Het gebouw, dat in opdracht van de Sovjet-Unie door de Finnen werd gebouwd, moest ervoor zorgen dat alle gasten in Tallinn zo streng mogelijk gecontroleerd konden worden, uiteraard zonder dat ze het wisten. Door de hoge eisen die de Sovjet-Unie aan het hotel stelde, kregen de Finnen de bouwopdracht. Zij konden immers sneller een hotel van betere kwaliteit neerzetten dan de Sovjets zelf. Dit werd overigens in de Sovjet-Unie als hulpproject ten behoeve van de Finse economie gepresenteerd om zo onrust onder de bevolking te voorkomen.
De 22e etage is tegenwoordig een etage als alle andere, maar deed jarenlang dienst als restaurant. Vanaf dit punt hadden de buitenlandse gasten een prachtig uitzicht over de stad. De 23e verdieping bleef gesloten. Het speciale uitkijkpunt, dat de architect voorzien had, mocht niet bezocht worden in verband met de staatsveiligheid. Menig toerist zal genoegen hebben genomen met het zicht vanuit het restaurant, nieuwsgierigere mensen kwamen er al gauw achter dat er meer schuilging achter de deuren naar de trappen in het restaurant.
Die argwaan was terecht, want de KGB kon vanaf deze etage alles in de gaten houden. Belangrijke gasten werden in geprepareerde kamers geplaatst, waar men snel microfoons kon plaatsen. Doorgaans had je als gast in een dergelijke kamer geen andere hotelgasten als buren, maar KGB-agenten. Zij konden via gaten in de muren foto’s maken, en als aanvulling op de microfoons, nog meer afluisteren. Men deinsde er ook niet voor terug om gebeurtenissen uit te lokken. Het was niet ongebruikelijk dat hooggeplaatste gasten ineens bezoek kregen van opdringerige vrouwelijke bezoekers. De foto’s die dan gemaakt werden, waren perfect chantagemateriaal, ook al gebeurde er niks; een Finse generaal kan hierover meepraten.
Ook in de restaurants was je niet veilig. Obers werden door de KGB verzocht om dergelijke hotelgasten aan speciale tafels te laten zitten. In de borden, waar brood op geserveerd werd, zat een draadloze microfoon. Hierover was nagedacht, want wanneer het bestek het bord raakt, kan dat een naar geluid opleveren. Deze tafels stonden onder een antenne, die weer in verbinding stond met het hoofdkwartier boven in het hotel, dat na de val van de Sovjet-Unie op stel en sprong is verlaten. De KGB-agenten hebben alles achtergelaten, en enkele dingen vernield. Het museum verkeert overigens nog grotendeels in deze staat.
Het museum vertelt overigens nog veel meer over de Sovjettijd in Tallinn en de rol die Hotell Viru daarin speelde.