Maaltijdbezorgers en taxichauffeurs hoeven voorlopig nog niet aan de taalwetten in Estland te voldoen. Volgens het ministerie van Onderwijs zijn er wel plannen om dit te veranderen, maar een wetsvoorstel wordt dit jaar niet meer verwacht.
De directeur van Keeleamet (Taalinstituut), Ilmar Tomusk, is van mening dat de taaleisen die aan taxichauffeurs gesteld worden, vastgelegd moeten worden in de Wet Openbaar Vervoer. Aspirant-taxichauffeurs kunnen dan enkel het vak uitoefenen als zij het Ests voldoende beheersen. Zodra zij dit niet kunnen, mogen zij geen taxidiensten aanbieden.
Een veelgehoord argument is dat vertaalapps een goede oplossing zijn. Tomusk bestrijdt dat. Zo dienen taxichauffeurs alle informatieborden langs de weg te kunnen lezen. In het geval van onvoorziene omstandigheden, moet een chauffeur in het Ests kunnen uitleggen wat er aan de hand is.
Volgens Bolt, een bedrijf dat zowel taxidiensten als maaltijdbezorging aanbiedt, valt dat mee. Het bedrijf krijgt maandelijks zeer weinig klachten, vergeleken met het aantal afgenomen ritten. Henri Arras, die namens Bolt spreekt, meldt dat het gebruik van de app in veel gevallen meer dan voldoende is.
Naast de discussie over de taaleisen, wordt ook kritisch gekeken naar de niveaus die nodig zijn. Zo dienen taxichauffeurs beter Ests te kunnen dan maaltijdbezorgers. Zolang er nog geen consensus is over onder andere deze details, laat een wetswijziging mogelijk nog langer op zich wachten.
Wat betreft taxichauffeurs hoeven gemeenten niet te wachten op een wetswijziging. Zij kunnen een taaleis koppelen aan de uitgifte van een taxivergunning.