In Brussel gaat het mis. Vanuit de trein begeven wij ons naar de bussen, geheel conform het reisadvies dat we eerder in Luxemburg kregen. Echter wisten de lokale buschauffeurs van niks, ze kenden de plaats niet, en vroegen of we niet Tollembeek bedoelden. We nemen geen risico en vragen het nogmaals na bij de balie van de Belgische Spoorwegen.
Na een half uur in de rij gestaan te hebben, moeten we helaas de conclusie trekken dat de Luxemburgse Spoorwegen beter op de hoogte zijn van het ov-netwerk van België, dan hun Belgische collega’s. Door deze vertraging komt ons reisschema ook in het gedrang, en zullen we Tombeek op een ander moment in moeten plannen.
We reizen vervolgens door naar Nederland. Aanvankelijk hebben we geluk doordat we een gehele treinwagon voor ons alleen hebben. Helaas stapt een station later een Waalse scoutinggroep in. De kinderen, die allen Frans praten vinden ons een leuk object om over te roddelen. Het gevoel is geheel wederzijds en wij beginnen de beginnende pubers stuk voor stuk te voorzien van geinige bijnamen. Zij weten immers niet dat wij wel degelijk Frans kunnen verstaan.
De lol is er al gauw vanaf als één van de kinderen zegt dat ze ook Nederlands kunnen. We hebben duidelijk niks geleerd van het akkefietje in de dierentuin van Lissabon. Wijselijk besluiten we om een coupé voor onszelf te regelen.