Onze tweede dag van de Tallinn Card begint ook in de binnenstad. Een dag eerder beklommen we de stadhuistoren, nu bezoeken we het stadhuis (raekoda). De beschilderde muren en plafonds, evenals de inrichting van de diverse kamers, is vier jaar na mijn laatste bezoek nog even indrukwekkend.
Vanuit een openstaand raam zien we dat het inmiddels is gaan regenen. De vele toeristen zoeken beschutting onder de parasols die op de terrassen staan. Wij zoeken beschutting in één van de marsepeinmuseums.
Na een korte verplichte rondleiding in een heerlijk koele kelder waar tal van kunstwerken staan, die uiteraard allemaal van marsepein vervaardigd zijn, mogen we, tegen betaling, zelf een poging wagen. De gereedschapsset is identiek aan de set die we op de middelbare school kregen tijdens handvaardigheid. Alleen krijgen wij hier geen klei maar marsepein, aangevuld met levensmiddelenverf en stinkende oliedoekjes. Ruim een uur later pak ik mijn pinguïn in.
Vervolgen stappen we in de bus richting Kalamaja. Een nog onontdekte wijk in het noorden van Tallinn. In het boekje dat we bij de Tallinn Card kregen, zagen we hier Lennusadam staan, het Ests Scheepvaartmuseum. Aangezien de bus toch gratis is, wagen we het erop.
Na ruim een half uur in de bus gezeten te hebben komen we aan in de wijk Kalamaja. Vanaf de bushalte is het nog een aardig stukje lopen naar Lennusadam. Eenmaal aangekomen zien we de imposante hal waar het museum in zit, of beter gezegd, in had moeten zitten. De omgeving rondom de hal is afgezet met hekken, en er wordt gewaarschuwd dat ongeautoriseerde toegang strikt verboden is.
We doen het maar met de schepen die aangemeerd liggen en lopen vervolgens de vervallen wijk in, op weg naar de bushalte.