Mijn reisgenootje wilde graag dreadlocks. Na een lange zoektocht in de Gouden Gids vinden we veel kappers, maar geen enkele weet hoe het moet. En als ze al weten hoe het moet, durven ze het niet aan. In de hippe buitenwijken vragen we her en der of er nog wat “underground” kappers te vinden zijn. Door een toevalstreffer eindigen we bij Abigail. De kapster in kwestie, die geen Abigail heet, durft het aanvankelijk ook niet aan.
Ze vraagt terloops of ze dan geen piercing wil hebben. De overgang van haar knippen naar piercen ging voor mij wat snel. Voor ik het weet zit mijn reisgenootje in een tuinstoel, zonder verstelbare leuning, en wordt ze voorzien van een tongpiercing. De kapster, die blijkbaar ook kan piercen, vertelt doodleuk dat ze ook een wangpiercing kan zetten. Zelf heeft ze die namelijk ook. Lijkt mij nogal lastig met drinken.
Als advies geeft ze ons nog mee om speciale alcohol te kopen om mee te spoelen, deze zouden we bij de apotheek kunnen krijgen. Ware het niet dat je daar een recept voor moet hebben en aangezien onze amateurpiercer geen recepten kan uitschrijven moeten we creatief zijn.
De avond sluiten we af op de hostelkamer, met een fles Absinth. Een goedje dat in Nederland tot voor kort verboden was, gebruiken we nu als reinigingsmiddel. Het lijkt te werken, en ook de bijwerkingen zijn niet zo erg als gedacht.