Na een paar rustige dagen, rijden we uiteindelijk richting Killarney. Deze stad ligt op nog geen 90 kilometer afstand, maar door de Ierse kronkelwegen doen we er toch nog bijna 1 uur en driekwartier over. Eenmaal aangekomen aan de rand van de stad zetten we de auto neer bij het Killarney Outlet Centre. De enorme rij voor de deur voorspelt niet veel goeds, maar blijkt gelukkig voor de Nike Store te zijn, en niet voor de rest van het winkelcentrum.
Door de verplichte looproutes binnen, staan we ook vrij snel weer buiten. Het is beduidend minder druk dan normaal. Anders dan in Nederland staat hier bij elke winkel iemand daadwerkelijk te tellen hoeveel mensen naar binnen en hoeveel mensen weer naar buiten gaan. Ook wordt iedereen persoonlijk gewezen op het verplichte gebruik van de desinfectiemiddelen en de mondkapjes. De een doet dat wat vriendelijker dan de ander, maar ze staan in ieder geval bij elke ingang.
Na de lunch duiken we het oude centrum van Killarney in, maar wel na een lange zoektocht naar een parkeerplaats. Ook hier zijn de coronamaatregelen zichtbaar. Vrijwel elke winkel heeft dezelfde posters van de Ierse overheid hangen, net als de communicatie in de winkel; die landelijk vormgegeven is. Ook zijn de stoepen verbreed, al lijkt dat redelijk permanent. Een bijzondere ontwikkeling, die ook al in Kenmare te zien is, waar we de avond afsluiten in Davitt’s. Het restaurant waar men de twee meter afstand aardig goed weet te handhaven. Ook staat in schril contrast met Nederland.