Een dag na ons enerverende bezoek aan Killarney, gaan we naar Bantry. In 2017 schreef ik dat ik deze stad nog nooit droog had gezien, en warempel, in 2019 konden we voor het eerst van Bantry in de zon genieten. Ook nu leek het erop dat we de paraplu mee moesten nemen, maar de spatjes waren slechts een plaagstootje.
Ook in Bantry is alles coronaproof. De Ierse overheid heeft een standaardset communicatiemiddelen gemaakt die redelijk uitgebreid is. Zelfs voor de markt zijn er middelen. De markt zelf is ook ruimer opgezet. Tussen de marktkramen is meer ruimte, en er zijn markeringen aangebracht waar men dient te wachten.
Helaas is ook dit jaar de vriendelijkheid van diverse marktkooplui ver te zoeken. Bij een kraam worden we weggestuurd. Niet omdat we een te grote groep zijn, maar omdat we de indruk wekken dat zijn kraampje te vol is. Op de vraag of het te maken heeft met de coronamaatregelen, reageert de eigenaar niet; het blijkt te gaan om zijn verkopen. We leggen keurig de spullen terug die we hebben uitgezocht, en kijken wel bij de buren.
Maar ook die slaan we over. Met deze marktkoopman hebben we vorig jaar een aanvaring gehad. De man in kwestie beweerde dat ik zijn kraam fotografeerde. Onjuist, want ik fotografeerde het plein; zijn kraam stond er geeneens op. Ik moest van hem zelfs de foto wissen. Als er iets is dat ik nooit doe, is het op commando een foto wissen die volkomen legaal is. Daarna heb ik zijn kraam uiteraard wel gefotografeerd, uit diverse hoeken en vanaf verschillende afstanden.
De dag besluiten we in de gloednieuwe SuperValu, waar een man bij de ingang iedereen wijst op de mondkapplicht die in de winkels geldt. Bejaarden slaat hij stelselmatig over, omdat die ook hier een eigen wil erop na houden. Na onze supermarktlunch hebben we nog een autorit van anderhalf uur voor de boeg, terwijl we slechts 40 kilometer afleggen.