Wanneer we de grens passeren, is de zon reeds onder. Het is half maart, dus de klok heeft nog geen uur uit ons bioritme gejat. Wel wordt de rit steeds saaier. Van Frankrijk zien we aanvankelijk vrij weinig. In het donker lijken de snelwegen al gauw op elkaar, de afslagen trouwens ook. Na een paar uur rijden laat het navigatiesysteem weer van zich horen; we mogen een afslag nemen. Vreugde alom, want we zijn dichtbij het hotel.
Dat dachten we. We blijken een afslag te vroeg genomen te hebben; een afslag die in het navigatiesysteem niet eens voor blijkt te komen. Wat dat betreft hebben we, ondanks de duisternis en het tijdstip, toch nog aardig goed opgelet. We verharde weg, die al van bedenkelijke kwaliteit was, gaat over in een onverharde weg om te eindigen in het gras. De borden die we tegenkomen zijn alles behalve vriendelijk; we blijken een militair oefenterrein ontdekt te hebben; en zijn er nu illegaal aanwezig. Na een keermanoeuvre in recordtijd, voegen we snel in, om een afslag later te nemen. Dat blijkt gelukkig wel de juiste te zijn.