Parijs in één dag, of beter gezegd, in 6 uur. Musea bezoeken zit er niet in, de meeste wachttijden schijnen namelijk al de helft van onze te besteden tijd te zijn. Wel kunnen we langs de meest bijzondere plekjes van de stad rijden. En door Parijs rijden is al een belevenis op zich.
We beginnen met de Arc de Triomphe; die is namelijk uitstekend bereikbaar met de auto. Niet heel gek, want het bouwwerk is het middelpunt van een van de meest verschrikkelijke rotondes van Europa. Met ruim 12 afslagen luidt het devies rechts rijden; zo blijf je uit de chaos die zich afspeelt op de 4 andere rijstroken. Al is dat aantal een gok, want de wegbelijning was afwezig.
De Arc de Triomphe is gebouwd ter ere van Napoleons overwinning bij Austerlitz. Niet het Nederlandse dorpje, maar de thans Tsjechische variant. Hoewel de bouw in 1806 startte, was het pas in 1836 voltooid. Het is de op twee na grootste triomfboog ter wereld. Enkel in het Noord-Koreaanse Pyongyang en in Mexico-Stad staan grotere.
Het monument heeft in de bewogen jaren erna steeds andere rollen gespeeld in de Franse geschiedenis. Zo werd na de Eerste Wereldoorlog door het Franse leger onder de boog door gemarcheerd. Tevens werd het lichaam van de Onbekende Soldaat er begraven, waardoor de Arc de Triomphe nu een monument is geworden ter nagedachtenis aan de Eerste Wereldoorlog. Overigens marcheerde het Franse leger ook na de beëindiging onder de boog door.
We sluiten ons bliksembezoek aan de Arc af met een korte fotosessie. De monsterlijk grote rotonde blijkt ook genoeg parkeerruimte te hebben, al is niet iedereen het daarover eens.