Met onze ov-ervaring nog vers in het geheugen, want het was ook maar twee dagen geleden, besluiten we onze portemonnee te trekken om een plaatsje te bemachtigen in een pendelbus naar Amsterdam. We moeten kosten wat het kost mee. €20 armer nemen we plaats in een touringcar die ons vlot en comfortabel naar het centraal station van onze hoofdstad moet brengen.
Maar wat we niet weten, is dat deze luxe touringcar het Nederlandse equivalent is van de Engelse stadsbus die we in Newcastle betraden. We worden getrakteerd op een rondrit door de omgeving van Amsterdam en een deel van Amsterdam zelf. De Engelsen kijken hun ogen uit. Ook worden ze door onze jolige gids gewaarschuwd voor de coffeeshops. Daar kan je namelijk van alles krijgen, behalve koffie, grapt hij.
Met een enorme dosis kennis van Amsterdam en Nederland stappen we uit nabij het centraal station. We bedanken onze gids, die verbijsterd is dat we Nederlands spreken. Ondertussen waait het, zoals gebruikelijk, in Amsterdam vrij hard. De wind staat helaas niet in de richting van het stationsgebouw. Flink gezandstraald komen we de hal binnen. De trein naar Utrecht blijkt net vertrokken te zijn, de volgende flink vertraagd.
Na lang wachten kunnen we eindelijk plaatsnemen in een propvolle coupé. Om niet nog langer in Amsterdam te moeten wachten, nemen we genoegen met een stoptrein. Of een sprinter, zoals men dat tegenwoordig noemt. Al genietend van de landschappen komen we veel later dan gepland aan in Utrecht; met nog £130 aan contant geld over…