De dag van de terugreis is aangebroken. De avond ervoor hebben we de auto al volgeladen, waardoor we enkel nog de koelbox en andere kleine spullen in hoeven te laden. Ruim een half uur te vroeg, volgens onze eigen planning, rijden we weg, richting Rosslare; de andere kant van Ierland.
Een half uur extra is in Ierland trouwen geen overbodige luxe, zo ervaren we nog geen anderhalf uur na ons vertrek. Nabij Caha komen we terecht op een weg die niet op de planning stond en waar je geen tegenligger wil tegenkomen. Uiteraard komen we die wel tegen. De bestuurder van de auto is zo onder de indruk, dat hij de hele weg achteruit terug naar zijn oprit rijdt.
Daarna verlaten we de verharde wegen niet meer. Een korte stop bij het Wilton Shopping Centre in Cork is onvermijdelijk. Hier zijn de toiletten nagenoeg altijd open en redelijk schoon. In Kinsalebeg, nabij het plaatsje Pilpark, gooien we de tank nog even vol. De benzineprijzen kunnen hier per plaats flink verschillen namelijk.
We komen daarnaast ook voor het eerst langs een Gaeltacht-gebied, namelijk West-Muskerry. In deze gebieden wordt nog dagelijks Gaelic gesproken en verkiest het lokale bestuur deze taal boven de Engelse. Je kan er als toerist makkelijk terecht met Engels, maar met name de bewegwijzering en andere reclameborden zijn hier vaak enkel in het Gaelic.
Traditiegetrouw stoppen we ook even in Lemybrien. Doorgaans ontbijten we hier als we naar Ierland komen, maar dat zat er door alle coronaperikelen dit jaar niet in. Daarnaast blijkt dit tankstation in de middag ontzettend populair te zijn, waardoor we, helaas, maar snel doorrijden.
Na bijna 5 uur in de auto gezeten te hebben, arriveren we in Rosslare. Het havenplaatsje is niet al te groot; slechts het noodzakelijk is er aanwezig. Een klein winkelcentrum met een supermarkt en voor de rest ontzettend veel B&B’s. Ook wij verblijven in een dergelijke accommodatie, op slechts 3 minuten afstand van de terminal, waar we de volgende ochtend moeten inchecken.