Dit jaar vinden in Estland presidentsverkiezingen plaats. De eerste termijn van Kersti Kaljulaid komt hiermee aan een einde. Zij volgde in 2016 de populaire Toomas Hendrik Ilves op, die tussen 2006 en 2016 twee termijnen als president volmaakte. Hoewel zij zich aanvankelijk niet kandidaat zou stellen, omdat ze door de Estse regering was voorgedragen als kandidaat voor de functie van secretaris-generaal bij de OECD, zijn er toch aanwijzingen dat zij wellicht voor een tweede termijn in eigen land wil gaan.
Kort na de officiële voordracht, viel de Estse regering. Na een korte formatie werd Kaja Kallas als premier van Estland benoemd. Hierna besloot zij niet verder te gaan met de sollicitatieprocedure bij de OECD. Hoewel ze al de tweede ronde had bereikt in de sollicitatieprocedure, vond zij het ongepast om aan het einde van haar eerste termijn als president van Estland, te midden van de coronapandemie, achter te laten.
Niet veel later maakte de Sociaal Democratische Partij (Sotstiaaldemokraatlik Erakond) bekend Kaljulaid te steunen wanneer zij zich voor een tweede termijn als president kandidaat zou stellen. Het is nog niet bekend of de regeringspartijen hierin mee gaan. Mocht dit wel zo zijn, dan is Kaljulaid verzekerd van de voortzetting van haar presidentschap. Het is dan de eerste keer dat ze direct door de Riigikogu wordt gekozen.
De president van Estland wordt indirect gekozen. Leden van de Riigikogu, 101 in totaal, kiezen namelijk de president. Kandidaten moeten worden gesteund door ten minste 20% van de leden van de Riigikogu. Daarna volgt de eerste stemronde. Indien een kandidaat 68 stemmen krijgt, is diegene verkozen tot president. Maar het kan ook gebeuren dat niemand een meerderheid behaalt.
In dat geval volgt een tweede stemronde, waarin enkel op de twee kandidaten gestemd kan worden die in de eerste ronde de meeste stemmen hebben behaald. Mocht er na deze ronde weer geen winnaar zijn, zal er een kiesorgaan samengesteld worden. Hierin nemen alle 101 leden van de Riigikogu plaats, aangevuld met vertegenwoordigers van de gemeenteraden. In deze ronde doen de twee overgebleven kandidaten mee, aangevuld met kandidaten die door tenminste 20 leden van het kiesorgaan worden gesteund. Het kan dus voorkomen dat er ineens nieuwe namen opduiken.
De procedure die gevolgd wordt, is vergelijkbaar met de stemrondes in de Riigikogu. Indien er na deze stemrondes weer geen kandidaat gekozen is, begint alles weer bij het begin; namelijk in de Riigikogu. En dit gebeurde in 2016, een unicum. Geen enkele van de 6 kandidaten wist een meerderheid te behalen. Hierdoor duurde de presidentsverkiezing niet 1, hooguit 2 dagen, maar ruim een maand. De uitkomst was ook uniek, want Kersti Kaljulaid werd met 81 stemmen verkozen tot president.
Een compromis, want zij had in geen enkele ronde meegedaan, laat staan dat zij politiek actief was geweest de laatste jaren. De voordracht kwam voort uit een overleg tussen de vertegenwoordigers van de diverse politieke partijen en de voorzitter en vicevoorzitter van de Riigikogu. Het was de partijen onderling immers niet gelukt om een kandidaat binnen de politieke arena te vinden.
Slechts een partij, EKRE, was tegen haar aanstelling, ze zou te onbekend zijn. In een open brief erkende ze dat, maar beloofde tegelijkertijd dat ze meer zichtbaar zou zijn. Tussen de partij en Kaljulaid is het nadien nooit meer goed gekomen. De voorman heeft haar meermaals ervan beschuldigd dat ze een te uitgesproken mening zou hebben. Het is allerminst zeker dat ze van deze partij steun zal krijgen voor de volgende verkiezingen, die plaats zullen vinden vanaf 10 augustus 2021.