De Estse taalwet strekt verder dan enkel de inspectie van het taalgebruik van medewerkers en uithangborden. Om de Estse nationaliteit te krijgen, dien je de taal machtig te zijn. Middels een examen wordt dat getoetst; wie slaagt krijgt een paspoort.
Na de onafhankelijkheid in 1991 bouwde Estland de eigen staat weer op. Er werden weer Estse paspoorten verstrekt aan de inwoners. Echter was de bevolkingssamenstelling van Estland door de aangemoedigde migratie naar de Baltische staten niet meer te vergelijken met die van 1918. De nieuwe regering besloot enkel paspoorten verstrekken aan mensen die konden aantonen dat hun voorouders voor 1940 al in Estland woonden. Mensen die dat niet konden, dienden examen te doen.
Esten die dit niet konden aantonen, slaagden uiteindelijk voor de zogenaamde taaltest. Veel Russen, die de taal nooit hadden geleerd omdat het niet nodig was en soms zelfs verboden, niet. Zij kregen een grijs paspoort, een zogenaamd “Alien’s Passport” (välismaalase pass). Dit paspoort is een identiteitsbewijs zoals elk ander paspoort, maar kent beperkingen. Zo mogen houders van dit paspoort niet vrij reizen in de EU, werken in andere EU-lidstaten is onmogelijk zonder werkvergunning en voor veel landen dienen visa aangevraagd te worden.
Dit leidt soms tot bijzondere situaties; zo ook voor Katariina*. Wie ooit “3 op Reis” over Tallinn heeft gekeken, zal haar herkennen als de bijzondere oude vrouw. Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Estland bevond zij zich in Tallinn, terwijl de rest van haar familie elders in de uiteenvallende Sovjet-Unie zat. Hierdoor woont zij al geruime tijd in een hostel en slijt zij haar dagen in de straten van Tallinn.
Hoewel ze het graag zou willen, is er geen zicht op een permanente hereniging met haar zoon. Hij zit namelijk in Oekraïne. De lastige taal weerhoudt hem ervan om Ests staatsburger te worden. Katariina daarentegen kan wel naar Oekraïne, maar mag daar niet permanent blijven. Als ze al toegelaten wordt tot het land en als ze al de financiële middelen heeft om daarheen te reizen. Voor haar blijft de Estse taal namelijk te moeilijk en spreekt ze het nauwelijks. In de Russische buitenwijk waar ze voornamelijk verblijft, is dat trouwens ook niet nodig.