De dag van de terugreis is aangebroken, en is anders dan de heenreis. We slaan namelijk het Verenigd Koninkrijk over door van Ierland naar Frankrijk te varen. Voordeel hiervan is dat we niet door Engeland en Wales hoeven te racen om de aansluitende boot te halen. Hierdoor hebben we in Ierland, doordat we bijtijds zijn vertrokken, nog tijd zat om bij Rosslare te komen. Na wat supermarktbezoeken om de alcoholvrije appelcider en Ierse worstjes te kopen, lunchen we in Lemybrien bij dezelfde locatie waar we op de heenreis ook al pauzeerden. Na deze laatste lange tussenstop rijden we door naar de haven om op tijd in te checken.
Hoewel deze bootreis meer rust in de reis brengt, één dag door Ierland, nacht slapen op de boot en dan door Frankrijk en België naar Nederland, is de bootkeuze wellicht doorslaggevend om in het vervolg toch door Engeland en Wales te scheuren. Het begint bij de boot zelf. Een tweedekansje, zoals ze bij Coolblue zouden zeggen. De voornamelijk Italiaanse borden verraden dat dit schip in zijn gloriedagen in de Middellandse Zee heeft gevaren. Ook het formaat verraadt dat er voorheen minder auto’s meegingen dan nu het geval is. Dat blijkt wel uit de steile helling, die met een geschat hellingspercentage van 20% een ware uitdaging genoemd mag worden voor onze bepakte auto.
Via deze helling komen we op een open dek aan, aan de voorzijde van de boot. Nu wordt duidelijk dat onze auto de gehele reis op open dek zal staan, en voorzien zal worden van een krokant zoutlaagje. Pessimistisch gedacht? Nee, zeker niet, tijdens de terugreis moeten we meermaals de spiegels en ruiten schoonmaken om nog maar iets te kunnen zien. Kort voor vertrek worden we naar onze hut begeleid. Op papier geschikt voor zes personen, luxe ingericht, met zeezicht en voorzien van een kinderbedje, waar we specifiek om hadden gevraagd.
Bij binnenkomst gaat het om drie stapelbedden. Geen probleem, want we zijn met z’n drieën. Het kinderbedje zit nog in de doos, en is niet voorzien van een matras. We besluiten het niet te gebruiken, maar meer omdat we geen flauw idee hebben waar we het moeten plaatsen. Hoe we ook passen en meten, het blokkeert de bedden zodat je er niet meer uit zou kunnen, óf het blokkeert het toilet. Ook van ons zeezicht kunnen we niet genieten. Tijdens de nachtelijke uren wordt ons verplicht om de verduisteringslamellen te gebruiken, welke kundig is weggewerkt achter het gordijntje. Zouden er piraten op de loer liggen? Het briefje op het bed biedt uitkomst, het gaat om het zicht van de kapitein. Een ontwerpfoutje dus.
Op de boot zelf is verder niks te doen. Het kinderspeelparadijs is krap, het winkeltje is nog krapper en de openingstijden van zowel het winkeltje als het restaurant zijn nog veel krapper. In het restaurant, waar je niet zelf je eten kan opscheppen, staat een dame die duidelijk geen plezier heeft in haar werk. Daarnaast spreekt ze nauwelijks Engels en geen Frans. Toch wel essentiële talen voor een boot die vaart tussen Ierland en Frankrijk. Wanneer je uiteindelijk de kassa haalt met je eten en de kassier geen soep over je fish and chips gooit, kan je uiteindelijk terecht in het restaurant. Daar is het snel eten, want de plekken zijn schaars. Daarbij word je goed geholpen door twee als medewerkers verklede meeuwen die op je borden en dienbladen azen. Wanneer je niet snel genoeg eet, of even niet beweegt trekken ze bijna je bord onder je neus vandaan. Ze vragen het overigens wel even van tevoren.
Na een rustige nacht op zee, begint het lange wachten op de aankomst. Zo nu en dan is er iets te doen voor kinderen, en dat is ook meteen het hoogtepunt van de gehele reis. Na een knutselkwartiertje, want zoveel plek is er niet in het restaurant, kunnen we aftellen. Na het omroepbericht wordt iedereen verzocht de hut leeg te maken. Voordat je vanuit het restaurant in de hut bent, ben je al een aantal minuten verder. Toch wordt er na 10 minuten op de deur geklopt. De schoonmaker excuseert zich en rent vol schaamte weg. Blijkbaar is er haast bij vandaag. Haast die op de autodekken nergens terug te vinden is. In een benauwde hal wachten we tot we naar de auto mogen. Ruim 45 minuten na dat omroepbericht wordt de deur vrijgegeven en kunnen we eindelijk de schade opnemen die de frisse zeewind onze arme auto heeft toegebracht.
Het uitrijden is ook een bijzondere gewaarwording. Hoewel we als één van de eerste aan boord waren, gaan we nu als laatste eraf. Dit komt doordat we op open dek staan, en niet in de laadruimte. Op het bovendek dienen we om te draaien en via dezelfde steile helling naar beneden te glijden of rijden. Uiteindelijk verlaten we de boot en zijn we eindelijk in Frankrijk waar we staande worden gehouden door de gendarmerie. Na het laten zien van onze paspoorten vervolgen wij onze weg, achtervolgd door nog een aantal anderen, blijkt, want ook zij rijden een doodlopende parkeerplaats op.