Het laatste deel van de reis rijden we aan de rechterkant van de weg, en dat ruim 8 uur lang. Volgens onze navigatiesysteem doen we er wel 2 uur langer over dan Google Maps, waardoor we het erop gokken, en de Garmin wat rust gunnen. Na wat rotondes komen we terecht op de snelwegen van Frankrijk, die door het glooiende landschap een grijs lint vormen. Na een korte pauze nabij La Houssaye-Béranger in Normandië, waar we door onze Ierse voorraad niet te veel geld uit hoeven te geven, rijden we verder. Het geld uitgeven doen we immers op de snelwegen. Hier spenderen we meer dan €20 op de diverse tolwegen. Een overzicht van de tarieven wordt pas gegeven als je moet betalen. Slim. Ook slim zijn de politiecontroles die uitgevoerd worden op de snelwegen. Wanneer je een afdaling krijgt tussen de 4 en 7% is de kans groot dat er óf een mobiele flitser staat óf een radarcontrole plaatsvindt.
Door al deze hellingen zijn we helaas gedwongen eerder te tanken dan voorzien. Ergens langs de snelweg treffen we een tankstation. Pas in het buitenland merk je hoeveel tankstations er in Nederland langs de weg staan, in Frankrijk kan het overslaan van een tankbeurt ervoor zorgen dat je er op de vluchtstrook overnacht. Pinnen aan de pomp is niet mogelijk, vooruit betalen wel. Een interessant, maar vertragend concept. We wagen het er toch op en tanken voor €40. Hiermee zouden we een aardig eind moeten komen.
Na een lange tocht door Frankrijk hobbelen we uiteindelijk ’s avonds laat de grens over van België waar we gelijk in Vlaanderen uitkomen. Via Kortrijk komen we terecht in Nazareth, waar ze broodjes kalkoen verkopen die niet zo lekker zijn en waar geen Cécémel te vinden is. Na Nazareth begint het puzzelen, we treffen eerst de stadsring van Gent, waar de bebording beter mag. Na Gent, waar we zelfs een klein stukje doorheen zijn gereden, komen we de ring van Antwerpen tegen. Hier lijkt het elke dag wel Zwarte Zaterdag. Gelukkig komen we zonder al te veel problemen aan bij de eens zo beruchte grensovergang Hazeldonk.
Omdat we in Frankrijk toch getankt hebben, wagen we het erop om in één keer door te rijden naar Nederland. Het verschil tussen de actieradius van de auto en de af te leggen kilometers is niet heel groot, maar wonderwel redden we het helemaal tot Utrecht, waar we ’s nachts in een doodstille wijk aankomen. We houden zelfs benzine over!