In Tallinn is een 54-jarige man veroordeeld tot 10 dagen celstraf. De politie arresteerde hem nadat hij drie dagen op rij het Z-symbool uittekende in de lucht. Hij deed dit in het openbaar naar Oekraïense vluchtelingen en op locaties waar vluchtelingen aanwezig waren.
De desbetreffende man is geen onbekende van de politie, hij werd namelijk eerder opgepakt voor het verstoren van de openbare orde. Mogelijk heeft zijn verleden bijgedragen aan het opleggen van deze straf. Op dit moment is het Z-symbool nog niet verboden, maar wordt per zaak bekeken of de persoon die het gebruikt strafbaar gesteld kan worden.
Een specifieke wet die dit mogelijk zou moeten maken, is door diverse politieke partijen voorgelegd aan de Riigikogu. Volgens de president van Estland, Alar Karis, is deze wet niet nodig, omdat het symbool al verboden is onder de wet die bepaalde oorlogspropaganda en symboliek verbiedt. Het is nog onduidelijk of Karis zijn veto zal uitspreken als de Riigikogu de wet aanneemt.
Mensen die zich op dit moment toch schuldig maken aan het tonen van het Z-symbool worden nu berecht op basis van deze wet, of het verstoren van de openbare orde. De politie roept iedereen op om melding te maken van dergelijke gevallen. Ze beloven elke zaak te onderzoeken. Sinds februari zijn er in Estland al 50 meldingen gedaan. Tien daarvan resulteerden in een rechtszaak. De celstraf is de eerste uitspraak die in een van deze zaken gedaan is. In de andere gevallen worden vermoedelijk geldboetes opgelegd.