Na het hobbelen in het treintje, wandelen we rustig naar Baltijaam. Het grootste treinstation van Tallinn, waar een markt naast ligt, is de afgelopen vijf jaar getransformeerd van een plek waar louche handelaren zaken deden, naar een multifunctionele overdekte markt, met gekoelde ruimtes voor vis- en vleesverkoop. Zelfs de foute handelaren met artefacten uit de Tweede Wereldoorlog, die in Nederland verboden zijn, verkopen hun waar nog steeds. Echter niet meer zo prominent als vijf jaar geleden, maar toch.
Ook het station zelf is flink opgeknapt. Duidelijke bewegwijzering, goede reisinformatie, en een hoop nieuwe oranje treinen. Waar in Nederland uiteindelijk het hele spoorwegnet opgedeeld wordt in losse concessies, heeft men in Estland ervoor gekozen om van dit systeem af te stappen en over te gaan op één nationale treinmaatschappij. Onder de naam Elron rijden fel oranje treinen door Estland.
Wij gaan niet met de trein, maar wandelen via de Selver, één van de grootste supermarktketens in de Baltische staten, terug naar ons appartement. Even wat rust voordat we een ander groot winkelcentrum in Tallinn gaan bezoeken; Viru Keskus.
Het winkelcentrum dat de naam draagt van het aangrenzende hotel, telt meerdere verdiepingen. In de kelder is het busstation gelegen. Een effectieve locatie om de talloze halterende bussen op één plek te houden, zonder dat je bovengronds veel ruimte nodig hebt.
Voordat we verder het winkelcentrum in gaan, besluiten we te eten bij Amarillo’s. Een restaurant dat de afgelopen jaren meerdere malen van eigenaar is gewisseld. Echter denkt het personeel nog steeds dat we Fins praten, ondanks dat we in meerdere talen duidelijk maken dat we dit niet doen. Uiteindelijk dringt het door, en krijgen we een kaart, die in ieder geval niet in het Fins is.