Ook de dag erna begint met een zon die al vroeg in de ochtend de stad opwarmt tot een onaangenaam warme temperatuur. Een dag eerder hebben we gereserveerd bij Kiek in de Kök om daar de ondergrondse verdedigingswerken van de stad te bekijken. Hoewel het voor mij de derde keer is, blijft het altijd afwachten hoe de rondleiding eindigt. Elk jaar wordt er weer een stuk toegankelijk gemaakt voor het publiek.
De bastiontocht, zoals deze hier genoemd wordt, laat het niet alleen zien, maar geeft ook een goed beeld van de periodes waarmee Estland te maken heeft gehad. Zo dienden deze bouwwerken als middel om soldaten veilig van de ene naar de andere kant van de stad te brengen. Jaren later diende de ondergrondse als schuilkelder voor de inwoners van Tallinn ter bescherming voor de bommen uit Duitsland. Na de herbezetting van de Sovjet-Unie werden er militaire oefeningen gehouden, en werden de ruimtes zelfs ingericht als nucleaire schuilkelder. Al was dit laatste om de bevolking rustig te houden, de muren zijn namelijk niet dik genoeg om straling tegen te houden.
Onze gids begint de rondleiding al goed. De temperatuur zou rond de 10 graden liggen. Voordat we afdalen trekt hij zijn jas aan, en deelt dekens uit. Met ongeveer 30 graden buiten, bedank ik vriendelijk. Even gloort er zelfs hoop als hij vertelt dat er iemand 10 jaar lang onder de grond heeft geleefd. Die hoop wordt gelijk de grond in geboord als hij vertelt over de spinnen die ze enkele jaren geleden hebben aangetroffen. Toen zaten ze nog veilig achter glas, maar nu zouden ze zelfs in de voor het publiek toegankelijke ruimtes gezien zijn. “Ze zitten alleen op de muren, en zijn niet giftig. Het zijn de grootste spinnen die we in Estland hebben”, vertelt de gids trots. De temperatuur houdt me binnen.
De rondleiding eindigt in het “Carved Stones Museum”, een nieuw onderdeel van het Kiek in de Kök museum. Hier zijn diverse steengravures te zien die door heel Estland gevonden zijn. Een mooie aanvulling op het voorgaande. Het museum is overigens ook afzonderlijk te bezoeken, de ingang zit dan wel bij Vabaduse Väljak.