De temperatuur blijft stijgen, en bereikt zelfs de, voor Estland, magische grens van 30 graden; boven nul. Net als de locals pakken we onze handdoeken en stappen we in de bus naar Pirita. Een klein stadje tegen Tallinn aan dat grote bekendheid verwierf tijdens de Olympische Spelen van 1980, die in Moskou gehouden werden. Voor het gemak werd Pirita bij Tallinn gevoegd, dat maakte het internationaler. Tegenwoordig is Pirita weer helemaal bekend onder eigen naam. Deels door het strand, deels door de kloosterruïne, die af en toe dienst doet als openluchttheater.
Na een korte wandeling, langs de ijskraampjes, komen we aan op het strand. Met de drukte valt het aanvankelijk wel mee tot het leger een oefening komt houden. De verkoelende wind en de koude zeewatertemperatuur maakt het dagje strand een welkome verfrissende afwisseling. Dat ik vervolgens voor het eerst in 12 jaar verbrand, neem ik maar op de koop toe. De vorige keer was overigens ook op hetzelfde strand.
In de middag treffen we op Raekoja Plats een band aan, een Nederlandse band. De Koninklijke Harmoniekapel uit Delft blijkt, compleet met een Holland House, neergestreken te zijn in Tallinn. Samen met talloze andere koren uit voornamelijk Europa, maar ook daarbuiten, zullen zij optreden tijdens de 20e editie van Cantat die in Tallinn georganiseerd wordt. Een toepasselijkere locatie is ondenkbaar, aangezien Tallinn een rijke muzikale geschiedenis kent. Dit, in combinatie met de viering van het 100-jarig bestaan, zorgt voor een extra feestelijk tintje.
Diezelfde avond vindt op Raekoja Plats het openingsconcert plaats, waar enkele koren alvast een voorproefje geven van wat ze de komende dagen op diverse locaties binnen en buiten de stad ten gehore zullen brengen. Dat muziek leeft in Estland is wel duidelijk door de grote mensenmassa die op het evenement af is gekomen. Na ruim anderhalf uur is de opening ten einde en wordt verwezen naar het programmaboekje. Ondertussen hebben wij onze Utrechtse delegatie al lang in ons dagprogramma ingepland.