De beoogde regeringspartijen, die sinds de verkiezingsuitslag in gesprek zijn, hebben plannen om NAVO-leden te verzoeken meer geld vrij te maken voor defensie. Op dit moment moeten landen 2% van het bruto binnenlands product besteden aan defensie. Estland wil dit percentage verhogen naar 2,5%.
Volgens premier Kallas is het belangrijk om de militaire middelen zowel op nationaal als in NAVO-verband in te zetten, maar is daar wel meer budget voor nodig. Estland zal zich voornamelijk gaan richten op het inkopen van munitie en het verbeteren van de luchtafweerinstallaties. De regering zal zich hierbij laten adviseren door experts binnen het leger.
Verder wil Estland ook meer geld besteden aan het opleiden van agenten, om de binnenlandse veiligheid te garanderen. Kaitseliit, de vrijwillige burgerbescherming, krijgt in de plannen structureel meer geld te besteden. De nieuwe regering heeft ook plannen om het militaire trainingscentrum in Nursipalu versneld uit te breden.
Deze laatste stap is niet onomstreden. Voor deze uitbreiding moeten mogelijk huizeneigenaren verplicht grond of zelfs hun huizen afstaan. Volgens de regering zullen deze mensen gecompenseerd worden.
Of het Estland gaat lukken om de NAVO-leden te overtuigen, is zeer onzeker. Het lukt de meeste lidstaten namelijk al niet om de verplichte 2% te halen. Slechts 9 van de 30 leden besteedt 2% of meer van het binnenlands bruto product aan defensie. Griekenland is koploper met 3,76%, gevolgd door de Verenigde Staten met 3,47%. Nederland behoort niet tot deze top 9, daar wordt slechts 1,65% besteed aan defensie. Luxemburg sluit de lijst af met 0,58%.
Estland staat met 2,34% op een vijfde plek en zal de komende jaren de 2,5% makkelijk halen. Eerder al werd afgesproken om de uitgaven aan defensie te verhogen naar 3%.