En dat blijkt een opgave te zijn. Om op de snelweg richting België te geraken, slingeren we eerst door Dieppe zelf om daarna via tal van D-wegen door weilanden te rijden. Even lijkt het erop alsof we weer in Ierland zijn, maar het feit dat we rechts rijden en zo nu en dan door een dorpje slingeren met een Franse naam, herinnert ons eraan dat we iets meer van het land zien, dan verwacht.
Al rijdend door Ancourt, Bellengreville, Envermeu, Douvrend en Londinières komen we aan in Smermesnil. Daar staat een gigantisch gebouw te koop dat even de aandacht trekt. Maar een huis kopen in Frankrijk, krijg ik er niet doorheen, dus rijden we door. Nog altijd slingeren we over D-wegen en rijden we vooral langs dorpen. In de verte zien we Callengeville, Fesques en Ménonval. Voordat we Neufchâtel-en-Bray bereiken, leidt Google Maps ons plots naar de A29 en mogen we het bedrijf Sanef, dat een flink deel van de tolwegen in beheer heeft, wat geld overmaken.
Een noodzakelijke toiletstop voor de kinderen vindt plaats op een desolate maar brandschone plek. Recycleren is zelfs doorgedrongen tot de rustplaatsen langs de autostrades, inclusief “pensez au tri”-bord. Enkel een toiletgebouw en wat zitplaatsen omgeven door tal van lege parkeerplekken, doen denken aan de coronapandemie. Juist hier komen we weer Nederlanders tegen.
Op onze Sanef-sponsortocht komen we vervolgens uit in Croixrault. Ook deze plaats staat in mijn geheugen gegrift. Enkele jaren eerder ging ik hier gigantisch door mijn rug en kon ik bij thuiskomst niet meer fatsoenlijk uit de auto klauteren. Omdat we inmiddels op de hoogte zijn van de Nederlandse brandstofprijzen, gooien we hier de tank nogmaals vol. Tegelijkertijd wandel ik naar binnen voor mijn sanitaire stop.
Het blijkt een rage te zijn om toiletbrillen te verwijderen. Het gebruik van het toilet voelt zodoende net iets smeriger dan het al is. Ik ben blij dat het licht in mijn hokje het niet doet, anders was ik waarschijnlijk gillend weggerend naar de winkel die naast de toiletvoorziening te vinden is. In die winkel wemelt het er van de Nederlanders. Naast het feit dat ze Nederlands spreken, herken je ze ook aan de klaagzang over de minst belangrijke dingen.
Een gezin uit het zuiden van het land heeft onderling een discussie over het aanbod van dit winkeltje. Zo spreken ze er schande van dat er geeneens voorgesneden kaas te koop is. Ik durf bijna niet te vragen of het de (klein)kinderen zijn van de beroemde deelnemer van het televisieprogramma “Lang Leve de Liefde”. De gemoederen lopen inmiddels hoog op, want de kaas kan echt niet gemist worden.
Ik doe alsof ik het niet versta en reken mijn twee flesjes cola af. Daarop lees ik dat Frankrijk de Olympische Spelen van 2024 mag organiseren. Leuk. Een flink aantal euro’s armer, stap ik terug in de auto en rijden we richting België.