De Estse overheid en de nationale bank van Estland, Eesti Pank, zijn van plan om de munten van 1 en 2 cent uit de circulatie te halen.
Jaarlijks laat de bank grote hoeveelheden aan munten slaan met een waarde van 1 en 2 cent. De munten komen uiteindelijk in roulatie, maar worden daarna nauwelijks gebruikt. De kosten die de bank maakt staan niet in verhouding tot de waarde van de munten. Doordat de munten weinig gebruikt worden, is het ook niet duurzaam om ze te blijven slaan.
In het voorstel dat Eesti Pank doet, zouden de munten nog wel gebruikt kunnen worden als betaalmiddel. Door ze niet meer als wisselgeld terug te geven, verdwijnen ze langzaam uit het betaalverkeer, is de gedachte.
Om dit proces te bespoedigen, moeten bedragen die contant worden afgerekend, worden afgerond op 5 cent. Wie iets koopt van 28 cent, betaalt contant dan 30 cent. Kost iets 56 cent, wordt er contant slechts 55 cent afgerekend. Omdat het hier om totaalbedragen gaat, verwacht men niet dat losse producten duurder worden. Eesti Pank benadrukt in de plannen dat de afronding niet geldt voor elektronische betalingen.
Estland is niet het eerste land dat overweegt de munten af te schaffen. Litouwen speelt met dezelfde gedachte. Nederland, België, Ierland, Slowakije en Finland besloten al eerder om afscheid te nemen van de munten van 1 en 2 cent.