Estland is tot op de dag vandaag het enige land in de Europese Unie dat geen grensverdrag heeft met Rusland. Echter ligt er sinds 2012 wel een verdrag op tafel, maar de kans dat Estland dat ratificeert wordt met de dag kleiner. Overigens heeft ook Rusland geen actie ondernomen.
In 1991 werd Estland opnieuw onafhankelijk. Vrijwel direct ontstond er discussie over de landsgrenzen. Estland refereerde aan het verdrag uit 1920; de Vrede van Tartu, de net ontstane Russische Federatie aan de administratieve grenzen van de Sovjet-Unie. In het laatste geval zou Estland ongeveer 5% grondgebied af moeten staan aan Rusland. Op onderstaande kaart is in het rood het grondgebied van Estland in 1922 te zien. Dit zijn de grenzen zoals ze destijds zijn vastgesteld, ze volgen de frontlinies ten tijde van de wapenstilstand.
De ambities van Estland om aan te sluiten bij de NAVO zorgden ervoor dat het land actief aan de slag moest gaan met een grensverdrag. Uiteindelijk werd in 1996 een verdrag getekend, zonder verwijzing naar de afspraken uit 1920.
In 2005 tekenden Estland en Rusland een hernieuwd verdrag. De toenmalig Estse minister van Buitenlandse Zaken, Urmas Paet, werd echter teruggefloten door de Riigikogu. Op verzoek van het parlement werd in dit verdrag juist wel gerefereerd aan de Vrede van Tartu uit 1920. Rusland trok zich onmiddellijk terug, aangezien men bang was dat Estland op den duur aanspraak zou gaan maken op de gebieden die in 1920 tot Estland behoorden. Ondanks meerdere toezeggingen van Estse zijde dat dit niet het geval zou zijn, weigerde Rusland te tekenen.
Beide landen zaten pas in 2012 weer om de tafel om dit onderwerp te bespreken. Er kwam een nieuw verdrag, waarin expliciet stond dat beide landen geen aanspraak zouden maken op elkaars grondgebied. Beide ministers van Buitenlandse Zaken tekenden het verdrag, maar tot een ratificatie kwam het nooit. De relatie tussen beide landen verslechterde sindsdien.
Nadat Rusland in 2014 een deel van Oekraïne bezette, werd er nauwelijks meer gesproken over dit verdrag. Een poging om Rusland te bewegen dit wel te doen werd in 2018 door president Kersti Kaljulaid ondernomen. Zij zei Poetin pas te willen ontmoeten, zodra Rusland het verdrag zou ratificeren. Uiteindelijk vond er alsnog een ontmoeting plaats zonder dat er een verdrag werd bekrachtigd.
De kans dat er op korte termijn een verdag wordt geratificeerd, is klein. Zolang Rusland Oekraïne blijft aanvallen, vindt de huidige Estse regering het onverstandig en ongepast om over dergelijke zaken met Rusland in gesprek te gaan.