Het laatste stuk van onze versie van de Wild Wales Tour liep via diverse kleine dorpjes naar het iets grotere Tregaron. Langs de weg, vlak voor een korte pauze, viel onze aandacht op een mysterieuze ruine. Erg oud was het terrein niet, maar wel redelijk verwoest. De geplaatste hekken op het bouwwerk leken erbij te horen, en de vage doch dreigende omschrijving van de Welsh autoriteit op de waarschuwingsborden was ook niet geheel helder.
Diverse rondjes over het terrein, en op de overblijfselen, leerde dat het wellicht om een oude steengroeve zou kunnen gaan. Hoewel regen en wind in de loop der jaren wel hun sporen hadden achtergelaten, was het meeste nog wel te bezichtigen. Helaas ontbrak verdere informatie over het oude bouwwerk.
Een plek met de naam Devil’s Bridge is natuurlijk te mooi om niet te bezoeken. Tevens lag deze brug ook nog eens op de route; mooier kan haast niet. De geschiedenis van de 3 bruggen, waaruit Devil’s Bridge bestaat, gaat terug naar het jaar 1075 toen de eerste van de drie bruggen gebouwd werd. Pas 700 jaar later, in 1753, werd een tweede brug gebouwd toen werd vermoed dat het oorspronkelijke bouwwerk te onstabiel zou zijn. In 1901 werd tot slot de derde brug gebouwd, die geheel uit ijzer werd geconstrueerd. De bruggen zijn gebouwd op het punt waar de 90 meter hoge Mynach watervallen te zien zijn.
De naam Devil’s Bridge stamt uit de tijd dat deze bouwwerken voor de mens technisch niet haalbaar leken. Al snel ontstond de legende dat de duivel deze brug had gebouwd, in ruil voor de eerste levende ziel die de brug zou oversteken. De omwonenden fopten de duivel door brood op de brug te gooien, zodat niet een mens, maar een hongerige hond het eerste levende wezen zou zijn dat de oversteek zou doen.
Tegenwoordig zijn de bruggen, watervallen en wandelpaden toeristische trekpleisters geworden, die men voor £1 kan bezoeken.