Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Estland, op 19 oktober dit jaar, mag niet iedereen meer zijn of haar stem uitbrengen.
Dit is het gevolg van een wetswijziging die onlangs werd aangenomen. In deze wet staat dat personen van buiten de Europese Unie niet langer hun stem mogen uitbrengen bij lokale verkiezingen. Iedereen met een Estse nationaliteit, of een nationaliteit van één van de EU-landen, mogen nog wel stemmen. De wet werd ingevoerd om ongewenste beïnvloeding van verkiezingsuitslagen te voorkomen. Het is voor Belarussen en Russen nu niet meer mogelijk om te stemmen. De nieuwe wet heeft alleen invloed op lokale verkiezingen, zoals de gemeenteraadsverkiezingen. Bij alle andere verkiezingen waren de regels al strenger. Zo mogen alleen Estse staatsburgers stemmen voor de Riigikogu.
Inmiddels is duidelijk geworden hoeveel mensen hun stemrecht kwijt zijn geraakt. In heel Estland gaat het om 71.827 personen. Dat houdt in dat 1.001.496 personen nog wel mogen stemmen. Velen wonen in het noorden van Estland, waar ook de hoofdstad Tallinn ligt. Het gaat om ruim 35.000 personen in de provincie Harjumaa. In Tallinn zelf verliezen 29.443 mensen het recht om te stemmen. De meesten van hen, 13.687, wonen in de dichtbevolkte wijk Lasnamäe, een wijk waar veel mensen van Russische afkomst wonen. Dat geldt ook voor de stad Narva, aan de oostgrens van Estland. In deze stad wonen 55.000 mensen, 42.743 van hen waren stemgerechtigd. Nu de wet van kracht is, blijven er 27.240 over. Meer dan 36% van de stemgerechtigden verloren hun stemrecht.
Mogelijk verliezen in 2029 nog meer mensen hun stemrecht. Tijdens deze verkiezingen hebben houders van een “grijs paspoort” alsnog toestemming gekregen om te stemmen. Zij zijn geen Ests staatsburger, bezitten ook geen andere EU-nationaliteit en zijn veelal Russischsprekend. Met deze uitzondering hoopt de Estse regering deze mensen aan te sporen om voor 2029 de Estse nationaliteit aan te vragen.
