In Estland betaalt de consument 24% btw op levensmiddelen. Deze verhoging van de btw ging in op 1 juni en heeft tot veel protesten geleid. Zo werd een petitie om de btw te verlagen, bijna 100.000 keer ondertekend. Daardoor moet het onderwerp nu in de Riigikogu besproken worden.
Niet alleen de personen die de petitie hebben ondertekend willen de btw verlagen, ook vrijwel alle oppositiepartijen in de Riigikogu willen dit. De Estse Kamer van Landbouw en Koophandel steunde de petitie ook. Toch houdt de Estse regering vol dat een verlaging onmogelijk is. De staat heeft het geld hard nodig, liet men weten. Een ander argument dat veelvuldig wordt aangedragen, is dat een verlaging van de btw door de supermarkten niet doorberekend zou worden. Supermarktketens zouden het prijsverschil als extra winst zien.
Deze opmerking viel eerder al verkeerd bij sommige supermarktketens. Nu spreken zij zich duidelijker uit. De directeur van Coop, Rainer Rohtla, belooft dat de prijzen in deze supermarkt zullen dalen, als de btw verlaagd wordt. Een woordvoerder van supermarktketen Prisma benadrukt dat ze al meerdere malen hebben gemeld dat de prijzen in geval van een btw-verlaging ook omlaag zouden gaan. Ook een woordvoerder van Rimi meldt hetzelfde en benadrukt dat Rimi al langer dit standpunt heeft uitgedragen. Een btw-verlaging betekent dat de prijzen omlaag gaan.
Supermarktketen Maxima laat hetzelfde weten, net als een woordvoerder van Selver. Deze supermarkt benadrukt dat wanneer een supermarkt de prijzen niet verlaagt, in geval van een belastingverlaging, dit de winkel klanten kan kosten. Ook is het niet doorberekenen van een btw-verlaging slecht voor het imago van een supermarkt. Het is om die redenen niet logisch om de prijzen bewust hoog te houden. Wel wordt benadrukt dat een verlaging van de btw niet zaligmakend is. Door de inflatie, kunnen de prijzen alsnog als hoog worden ervaren.
Het is nog niet bekend wanneer het plan, om de btw op levensmiddelen te verlagen naar 10%, in de Riigikogu besproken wordt.
