Uiteindelijk belanden we op de juiste weg en rijden we via Port Talbot, Swansea en Carmarthen richting Pembroke, puffinhoofdstad van Wales. Wederom zien we deze vogels alleen op de promotiemiddelen, die we dan maar als toeristzijnde meenemen.
Heel veel heeft Pembroke Dock niet te bieden. Ook nu is de lokale Tesco het hoogtepunt. En ook nu wordt deze in de avonduren bevolkt door de figuren uit de randen van de samenleving. Via een omweg rijden we naar de terminal van Irish Ferries. De boot is er nog lang niet, en ook de incheckbalies zijn nog gesloten.
Uit pure verveling struinen we door de terminal, alwaar ook niet veel te beleven valt. De muren zijn beplakt met foto’s uit betere tijden. Aangezien we op de boot maar 4 uur slaap zullen krijgen, parkeren we onze auto in de rij om dan maar daar wat bij te slapen.
Halverwege onze slaap mogen we inchecken en volgt een wat warrige douanecontrole. Veel heb ik er niet van meegekregen. Of dit door de slaap komt, of door het gebrek aan controle laat ik in het midden.
Even na twee uur ’s nachts mogen we eindelijk de boot op. We halen snel wat nuttige spullen uit de auto en vliegen als een bezetene naar onze hut. Elke seconde slaap telt. Ruim voor vertrek liggen we in bed. Net voordat we in slaap vallen worden we weinig subtiel welkom geheten door onze kapitein. Dank je wel, Steve.