Hoewel Ierland tal van kleine dorpjes telt, met elk hun eigen markt, bestaat het grootste gedeelte van het land uit natuur. In het gebied waar wij verblijven, het zuidwesten, kunnen we niet alleen genieten van groene weides, maar ook van de grillige kusten. Terwijl de zon niet weet te winnen van de bewolking, stappen wij in de auto en rijden de bergen in.
Na wat kronkelige wegen arriveren we in Allihies. Een klein dorpje dat veel economische voorspoed kende door de lokale kopermijnen. Toen de koperprijzen in 1884 daalden, sloot de mijn en trokken veel mijnwerkers weg. Velen emigreerden zelfs naar de Verenigde Staten en Canada. Het enige wat nu nog herinnert aan deze periode is het museum en de Mountain Man Engine House, een kenmerkend bouwwerk dat in de wijde omtrek te zien is. Tegenwoordig moet Allihies het hebben van toeristen die de vrolijk gekleurde huizen komen bekijken en van de rust komen genieten.
Vanuit Allihies brengen we ook een bezoek aan Ballydonegan Bay, in de volksmond ook wel Allihies Strand genoemd. Het ligt immers op steenworp afstand van het dorp. Dit strand, dat officieel een zandstrand is, is een ware toeristenmagneet. Niet in de laatste plaats door de camperstandplaatsen die uitzicht bieden over de zee. Ook de douane houdt deze plaats goed in de gaten, met borden langs het strand wordt men opgeroepen om verdachte situaties omtrent drugshandel te melden.
Vanaf Ballydonegan Bay rijden we door naar Cahermore. Na wat schapen op de foto gezet te hebben, vertrekken we naar Castletownbere; de grootste stad in de omgeving. Nu we hier toch zijn, maken we van de gelegenheid gebruik om enkele winkels te bezoeken. Een deel heeft helaas zijn deuren moeten sluiten, waarschijnlijk vanwege teruglopende klandizie. Aangezien ons favoriete restaurant al in 2017 verdwenen bleek te zijn, lunchen we nu bij Lynch’s on the Pier. Een zeer goed alternatief blijkt. Helaas ook iets te populair bij de Nederlanders.