Ook een dag later is het weer zomers te noemen. Inmiddels is de zee ook rustiger en wordt het besluit genomen om te gaan vissen. Vol goede moed vertrekken we halverwege de ochtend naar Travara, een andere plek dan gebruikelijk om onze boot te water te laten.
Met volgelopen laarzen stap ik in een wiebelende boot en varen we niet veel later onder begeleiding van een aantal meeuwen de zee op. We dobberen ruim 2,5 uur op zee terwijl we af en toe een visje vangen. Dit wekt ook de aandacht van wat meeuwen, die we zo nu en dan een makreel toewerpen. De kleinere visjes zijn duidelijk niet in trek, deze kunnen we veilig terug werpen in de zee, zo der dat ze uit de lucht gegrepen worden.
Na een verfrissende boottocht meren we weer aan in Travara, waar het uit de zee halen van de boot gemakkelijker gaat dan op de gebruikelijke locatie. Met een redelijke vangst verse vis keren we huiswaarts.
Het weer blijkt zelfs zo zonnig dat er na het avondeten wordt geopperd om een ijsje te gaan eten. Daarvoor moeten we wel een klein stuk rijden, waardoor we iets te laat aankomen bij de lokale supermarkt, die ook ijsjes verkoopt. Een ijsje van de Supervalu wordt het niet, maar de Spar biedt nagenoeg dezelfde service.
Met een ijsje in een te droog hoorntje lopen we door de stad. Uiteindelijk maken we de meeuwen nog wel blij met de droge ijshoorntjes. Uit dankbaarheid laten ze op de zijruiten nog een persoonlijke (grote) boodschap achter.