Een dag later is de hemel strakblauw. De dreigende wolkenluchten die ons op de eerste dag verwelkomden hebben klaarblijkelijk de regen ver buiten de stad laten vallen. Voor ons reden om hiervan te profiteren en de stad in te duiken. Met onze Tallinn Card zal dat weinig kosten, aangezien dan vrijwel alle musea gratis zijn.
Na een rondje over de markten, treffen we onze eerste locatie. Oleviste. Een kerk die ooit het hoogste gebouw van Europa was. De legende die over deze kerk de ronde doet is even speciaal als de toren zelf. De legende vertelt dat een mysterieuze bouwvakker de toren bouwde. Hij zou dit kosteloos doen, zolang zijn naam geheim zou blijven. Zijn naam lekte uit en de mysterieuze man stortte ter aarde.
Dwars door de stad lopen we door naar de Heilige Geestkerk, Püha Väimu Kirik. Het spierwitte gebouw, met een prachtige ingemetselde klok is een ware publiekstrekker, getuige de hordes mensen die ons verhinderen een mooie foto te maken.
Niet ver hiervandaan is Raekoja Plats, het stadhuisplein. Hier staat, logischerwijs, het stadhuis van Tallinn. Tegenwoordig is het niet meer als zodanig in gebruik en heeft het vooral een symbolische functie. Wat nog wel al sinds de Middeleeuwen plaatsvindt is de wekelijkse markt. De verkoopwaar is sinds die tijd wel veranderd, aangezien het nu vooral op toeristen gerichte koopwaar is.
Vanaf Raekoja Plats lopen we door naar de Taani Kuninga Aed. Vanaf dat punt kijken we uit over de stad, zien we de toren van Niguliste Kirik. We zitten ook tegen een deel van de oude stadsmuur aan, die zelfs te beklimmen is. Op het wandelgedeelte van de muur is, gelukkig wel met een afscheiding, een terras gemaakt. Het geheel vormt een obscuur kunstenaarscafeetje waar, hoe kan het ook anders, kunstwerken verkocht worden.
Achter dit stuk stadsmuur staat de Alexander Nevski Kathedraal, een Russisch-orthodoxe kerk die, met behulp van de vele donaties, op dit moment gerestaureerd wordt. Daar weer achter klopt het hart van de Estse democratie. De Riigikogu, het parlement van Estland.