De volgende ochtend, of eigenlijk middag, maken we kennis met de lokale bevolking. Eerst zijn de buurkinderen die van zich laten horen. Vrij luidruchtig toveren zij het onschuldige speelterreintje om tot een waar oorlogsgebied. Ze weten van geen ophouden, totdat ik ietwat getergd uit het raam kijk.
In het hostel maken we kennis met Katharina. Of ze daadwerkelijk zo heet, weet ik niet, maar deze naam leek ons wel passend. We treffen haar in de keuken van Mahtra Hostel. Het bestaan van de keuken was mij wel bekend, maar dat was slechts op basis van de faciliteiten waarmee ze adverteerden.
De keuken blijkt in een goed verborgen vleugel te zitten, waar nog meer kamers zijn. Blijkbaar worden hier de mensen geplaatst die wat langer willen blijven, en niet per se op vakantie zijn. Katharina blijkt hier ook te verblijven.
Haar levensverhaal weet ze niet zo bondig samen te vatten, maar ook niet helder te vertellen. Zo komt ze uit Oekraïne, heeft ze geen recht op een paspoort en wil ze naar Rusland en woont haar zoon in Tallinn. Verder kan ze het land niet uit, omdat ze geen paspoort heeft. Die kan ze ook niet aanvragen, want doordat ze geen Ests spreekt zal ze de inburgeringtest nooit halen. Ook zal ze hierdoor nooit werk vinden. Haar leven speelt zich nu voornamelijk af in Mahtra en af en toe in de stad, waar ze al zwartrijdend naartoe gaat.
Die avond nemen we een gok en gaan we barbecueën. Het weer is immers ideaal. Uit ervaring weet ik dat je niet op het balkon van het hostel kan gaan grillen. Om die reden wijken we uit naar een speelterrein tussen drie flats. Op twee wegwerpbarbecues braden we stukken vlees en zalmmoten. We smeren broodjes met toorjuust, een kruising tussen smeerkaas en kruidenboter en ondertussen roken we talloze mensen uit hun flats. Her en der gaan wat ramen open en wat lichten aan, al lijkt niemand er een groot probleem van te maken. Alles netjes achterlatend vertrekken we in de duisternis terug naar het hostel.