Het is vroeg als we in de ochtendspits meerijden naar de grens. De meeste files staan gelukkig in de andere richting. Doordat we op tijd zijn vertrokken hebben we ruim de tijd om bij de haven van Duinkerke te geraken. Na een autorit van bijna drie uur arriveren we daar uiteindelijk. De talloze nummers die zijn meegegeven aan de diverse aanmeerplaatsen blijken nogal onlogisch aangegeven te zijn. Dit is blijkbaar ook bij de reder bekend, die voor het gemak maar de coördinaten heeft gegeven voor een goede routebeschrijving. Het blijken gelukkig de juiste coördinaten te zijn waardoor we redelijk bijtijds aankomen.
Wat volgt is een driedubbele controle. De eerste controle is van de reder, en stelt niet heel veel voor. De tweede controle, door de Franse douane, is imponerender. Drie zwaar bewapende douaniers gebaren ons te stoppen. Aangezien we met een wat groter voertuig dan gemiddeld reizen, was dit te verwachten. De man sommeert ons de “bus te openen”. Na het openen van de laadruimte blijft het even stil. Even vrees ik dat we onze bagage stuk voor stuk uit moeten pakken, gezien de hoeveelheid geen goed plan. De douanier denkt er hetzelfde over; we mogen doorrijden.
Ruim 200 meter verder volgt hetzelfde tafereel, nu bij de Britse douane, die blijkbaar weinig vertrouwen heeft in zijn Franse collega’s. Weer blijft het even stil als we de laadruimte openen. Ook zij hadden door dat het fysiek onmogelijk is om je als verstekeling in deze ruimte op te houden. We mogen door naar de terminal.
De troosteloos ogende terminal biedt weinig vertier. Wat speeltoestellen voor kinderen, en een dubbele automatenwand hebben de bediening overgenomen. Het schoonmaakpersoneel sluit toiletten en delen van de wachtruimten af om tijd te besparen. Gelukkig duurt het niet lang tot het boarden.