Op onze laatste dag in Tallinn doen we rustig aan. We ruimen de hostelkamer op, brengen veel lege flessen naar de Selver. De boodschappen die we nog hebben, en niet mee zullen nemen naar Nederland leggen we in de gezamenlijke keuken. Zo zetten we de magnetrontraditie toch nog een beetje voort.
De avond brengen we door in een café aan de rand van de binnenstad, waar voetbal vertoond wordt. Erg druk is het niet; de meeste mensen zitten buiten. Binnen probeert slechts één medewerkster de boel draaiende te houden. Uit medelijden bestellen we onze drankjes aan de bar. Na een tijdje wordt de rust bruut verstoord; niet door de muziek van het buurcafé, maar een dronken verwarde man komt de boel op stelten zetten.
Hij begint met het lastigvallen van wat mensen die aan een tafeltje zitten. Zij drinken snel hun drankje op en verkassen vervolgens naar een ander café. Daarna richt hij zijn pijlen op ons. Hij komt net iets te dichtbij zitten en begint een warrig verhaal over voetbal en identiteitskaarten. Wij negeren hem volledig, totdat hij een identiteitskaart van een jongedame uit zijn zak tovert.
Dit vertrouw ik niet, en dat laat ik hem blijken. Samen met een andere bezoeker werken wij hem rustig het café uit. Onderweg neemt hij nog een asbak mee; welke ik hem weer afhandig maak. Inmiddels staan we buiten en trekken we ook de aandacht van de politie, die nadat ze door ons zijn geïnformeerd, heel wat vragen zullen willen stellen aan deze man.