De volgende ochtend pakken we de bus naar het centrum. Bij de bushalte, waar tevens een kiosk in gevestigd is, een Minihind, kopen we een boekje buskaartjes; goed voor 10 ritten. In de bus dienen we per rit één kaartje te ontwaarden in de “kompostor”. Het apparaat perforeert een aantal gaten in je kaartje. Frauderen is onmogelijk, want elke bus heeft een ander motief.
Een klein half uur later arriveren we nabij de stad, waar het blijkbaar wat harder geregend heeft dan in Lasnamäe. Via Viru Keskus lopen we overdekt richting Mere Puiestee en steken we over richting de binnenstad. We kijken ondertussen wel goed naar de dingen die we nog zouden willen bezoeken.
Onze wandeltocht door de oude stad begint bij de karakteristieke torens van de stadsmuur nabij Viru Tänav, waar de bloemenstalletjes te vinden zijn. De Viru Väravad is de poort naar het Middeleeuwse Tallinn. We maken ondertussen de nodige foto’s, want ook in de regen is Tallinn best mooi.
Ondertussen begint het iets harder te regenen en zoeken wij beschutting in de vele winkels. In Olde Hansa, dat niet alleen een restaurant is maar ook een souvenirwinkeltje, blijven we hangen en aanschouwen we de talloze replica’s van Middeleeuwse sieraden en servies.
Uiteraard mag daarna een bezoekje aan Raekoja Plats niet ontbreken. Dit stadhuisplein is het middelpunt van het oude Tallinn. Nog altijd worden hier markten georganiseerd. We besluiten met een wat langere omweg dan gepland terug te lopen naar de bushalte om naar het hostel terug te keren.
In de avonduren keren we terug; we gaan op zoek naar de Estse equivalent van de Nederlandse Stairway, danwel Boothill. Na wat tips van lokale bewoners, komen we uit bij Rock Star’s Bar. Bij aankomst staat er een motor voor de deur, dus het kan haast niet misgaan. Bij binnenkomst blijkt dat we praktisch de enige zijn, en veel aanbod is er ook niet qua drinken. Gedesillusioneerd keren we terug naar het hostel, waarna blijkt dat we geluk hebben. De bussen stoppen in Tallinn ruim 1 uur eerder met rijden dan in Utrecht.