Een dag later staan we weer in Cork. Nu niet in de binnenstad, maar in Fota; de dierentuin. Hoewel ons dagje uit behoorlijk warm was, lopen we nu in een constante mistbank die nog niet heeft gekozen om een volwaardige regenbui te worden. Het personeel, dat de verplichte looproutes moet bewaken, reageert gelaten; ze vinden dit fijner dan in de felle zon. Daar ben ik het volledig mee eens.
Het “slechte weer” maakt dat dit bezoekje wel veel leuker is dan vorige keer. Niet alleen de vaste bewoners van de dierentuin, zoals de struisvogels, giraffen, tijgers en nijlpaarden, trekken de aandacht; ook de enorme kolonie roeken is buitengewoon interessant. Waar deze vogels jaren geleden nog ontzettend schuw waren en bijna niet te fotograferen, komen ze nu dichterbij dan ooit en lijken ze zelfs te poseren.
Een stuk verderop in de dierentuin komen we terecht bij de eendenweide. Voor slechts 50 cent kan je voer voor de eenden kopen, om ze zelf te voeren. De vogels zijn hier inmiddels zo aan gewend, dat ze uit je hand eten. De meeuwen proberen een graantje mee te pikken en gaan het gevecht aan met de minder grote eenden. De roeken aanschouwen het vanaf de zijlijn. Overigens kunnen ze wel het voer met hun snavel uit de lucht vangen.
Na de eenden is het de beurt aan de pinguïns, die hun verblijf delen met de reigers die feilloos aanvoelen wanneer er gevoerd gaat worden. Ook de pelikanen lijken een biologische klok te hebben, maar slaan toch over als ze zien dat een rijkeluiskind uitverkoren is om het visje te gooien. Enigszins beduusd blijft ze achter als het pelikanenstel statig wegzwemt naar hun rots midden in het water.