We laveren al claxonnerend door het hectische verkeer in de Franse hoofdstad, waarna we uitkomen bij Gare du Nord. Een gigantisch station in Parijs, waar jaarlijks bijna 200 miljoen reizigers gebruik van maken. Het schijnt hierdoor zelfs het drukste treinstation ter wereld te zijn.
Hoewel het er binnen een drukte van jewelste moet zijn, straalt de buitenkant door de statige gevel juist rust uit. Het is overigens niet het oorspronkelijke gebouw dat nu te zien is. Het station opende in 1846, maar bleek al snel te klein. In 1860 werd besloten een groter stationsgebouw neer te zetten. De bouw daarvan startte in 1861 en duurde tot 1865. De opening vond al in 1864 plaats.
De gevel van het oude stationsgebouw is overigens niet verloren gegaan, maar in zijn geheel verplaatst naar Rijsel. Daar siert het station Lille Flandres. Circulair bouwen is dus zeker niet iets van de laatste jaren.
De nieuwe façade van Gare du Nord is imposant. Alle bestemmingen die destijds door de Chemin de Fer du Nord bediend werden, zijn uitgebeeld met een standbeeld. Het zijn er 23 in totaal, waar maar liefst 13 beeldhouwers aan hebben gewerkt. Het doet denken aan de beelden in het oude postkantoor in het centrum van Utrecht, waar soortgelijke beelden de werelddelen uitbeeldden.
Lang stilstaan voor het station wordt door niemand gewaardeerd. Nergens zijn zoveel stopverbodsborden te zien als hier. Na het aanschouwen van de beelden, en het maken van wat foto’s, stappen we weer de auto in, op zoek naar een supermarkt om de lunch te regelen.
Na de lunch spenderen we de avond in een “centre commercial”. Een bedrijventerrein dat louter uit winkels bestaat. De supermarkten die hier te vinden zijn, doen een Albert Heijn XL verbleken. Richting het hotel gaan we nog niet, we gaan eerst nog op bezoek in Le Blanc-Mesnil.