De verkiezingen voor de Tweede Kamer in Nederland zijn onderwerp van gesprek, omdat velen zich afvragen of het wel verantwoord is om mensen nu wel te vragen naar buiten te gaan. Velen vragen zich ook af waarom we niet via de computer stemmen. In deze voorbeelden wordt veelvuldig Estland aangehaald, want als het daar kan, waarom hier dan niet?
Op de vraag waarom het hier onmogelijk is, geeft de Kiesraad veel antwoorden. Zo is er de vrees voor hackers, zijn stemmen middels een DigiD te herleiden en is er geen garantie dat een stem op een partij vrijwillig is. Maar als je de staat van sommige computersystemen van de Nederlandse overheid bekijkt, lijkt de daadwerkelijke reden in het midden te liggen. Stemmen via internet is namelijk een project dat niet mag mislukken. De redenen die de Kiesraad aangeeft, speelden ook in Estland. Al heeft men daar wel oplossingen gevonden om digitaal stemmen mogelijk te maken.
Door het digitaal stemmen dag en nacht, gedurende enkele dagen beschikbaar te maken, biedt de regering de mogelijkheid om zelf een geschikt moment te kiezen om een stem uit te brengen. Beïnvloeding is mogelijk, maar doordat een stemgerechtigde altijd opnieuw kan inloggen en een stem kan aanpassen, wordt dit toch lastiger. Mocht een stemgerechtigde behoorlijk onder druk gezet worden, dan is er altijd nog de optie om naar een stembureau te gaan; de mogelijk gedwongen digitale stem wordt dan ongeldig verklaard.
DigiD is niet anoniem, de Estse ID-kaart evenmin. Het is namelijk het communicatiemiddel van de burger met de overheid – en andersom. De Esten hebben een goed systeem om het stemgeheim te waarborgen. Op het moment dat een stem wordt uitgebracht zijn de persoonlijke gegevens en de stem nog aan elkaar te koppelen. Tijdens het verzenden worden deze gegevens van elkaar gescheiden en gecodeerd. Daarna worden de stemmen nogmaals voorzien van encryptie, waardoor ze niet meer te herleiden, maar nog wel te tellen zijn. Het is zelfs voor de Estse Kiesraad onmogelijk om stemmen in te zien, als deze niet voldoende versleuteld zijn.
Hackers liggen altijd op de loer. Estland heeft de twijfelachtige eer om als eerste land getroffen door een cyberaanval de geschiedenisboeken in te gaan. Deze aanval vond plaats in 2007 en werd vermoedelijk door Rusland uitgevoerd tijdens een conflict over het beeld van de Bronzen Soldaat in Tallinn. Sindsdien heeft de Estse overheid diverse maatregelen genomen om het land nooit meer plat te laten leggen door een dergelijke aanval.
Heel veel informatie over de huidige beveiliging is, om logische redenen, niet te vinden omdat het voor Estland de staatsveiligheid in gevaar kan brengen. Al is een van de genomen maatregelen inmiddels wel uitgelekt; op diverse ambassades van Estland in diverse Europese landen zijn servers geplaatst die op gezette tijden back-ups maken van alle overheidsdata.