Meerdere mensen zijn op het idee gekomen om op tijd bij de terminal aan te komen. Hoewel onze navigatie ons nog daar de aanmeldplek leidt voor vrachtwagens, op basis van de door Irish Ferries verstrekte coördinaten, lukt het ons toch om bijna vooraan een plaatsje te bemachtigen.
De eerste controle verloopt minder soepel dan gedacht. Voor de mensen voor ons in de rij. Wij zijn volop voorbereid. De dame in het hokje scant eerst ons ticket, om daarna onze paspoorten te controleren. Daarna overhandigen wij onze papieren coronacertificaten, die enkel op zicht worden gecontroleerd. De QR-code laat ze ongemoeid. De passenger locator formulieren hoeven we niet te laten zien, als we ze maar hebben. Degenen die het niet hebben, worden apart gehouden en mogen dit op een geïmproviseerde parkeerplek in orde maken. Voor henzelf, de dame in kwestie wimpelt iedereen vakkundig af die nog snel terugkeert naar het hokje om het bewijs te tonen.
Daarna volgt een zeer oppervlakkige controle door de Franse douane, die duidelijk geen zin hebben om willekeurig kofferbakken te openen. Wij hebben daar evenmin zin in, dus dat treft. De tweede controle door de douane is uitgebreider. Maar minder uitgebreid dan verwacht. De verklaring op eer, de coronacertificaten en de Ierse passenger locator forms mogen in de tas blijven, het zijn de paspoorten die het belangrijkst zijn.
Hierna mogen we door naar de wachtrij voor de boot. Binnen een uur staan we op dek 7 met de auto en kunnen we, doordat we inmiddels weten dat je met de lift eerst naar beneden gaat en daarna pas omhoog, als een van de eersten naar het dek met onze hut. Om de grote drukte voor te zijn, er waart immers nog een besmettelijk virus rond, gaan we direct na het dumpen van onze bagage naar het winkeltje en het restaurant.