Deze maand, november, is het 16 jaar geleden dat ik Institut Joseph Lemaire bezocht. Een sanatorium in België, op de grens van Vlaanderen met Wallonië. Niet als patiënt, maar als bezoeker. In 2005 stond het gebouw immers al 18 jaar leeg.
Het sanatorium, dat in 1937 werd gebouwd naar een ontwerp van architecten Fernand en Maxime Brunfaut in opdracht van de socialistische verzekeringsmaatschappij La Prévoyance Sociale. De architecten brachten alle voorzieningen samen onder één dak, waardoor het gebouw een imposante vorm aannam. In de grootste vleugels was ruimte voor de patiënten, in de kleinste vleugel werden de diensten gesitueerd. De entree, die ruim was opgezet en mooi was afgewerkt met marmer, was de verbinding tussen de vleugels.
Wat nog meer in het oog sprong, waren de raampartijen. Om zoveel mogelijk frisse lucht naar binnen te laten, konden veel ramen open. Naar verluidt waren de ramen slechts drie uur per dag gesloten. Bij goed weer konden patiënten plaatsnemen op de terrassen buiten. Immers dacht men dat frisse en schone lucht een goede remedie was tegen tbc. Dat is ook de reden dat La Prévoyance Sociale ervoor koos om het sanatorium in de Lanevallei te bouwen.
Met de komst van steeds betere medicatie nam ook de noodzaak van sanatoria af. De tijd dat patiënten er doorbrachten werd steeds korter. In 1968 kreeg het sanatorium een nieuwe bestemming, namelijk dat van revalidatiecentrum. Die functie behield het tot 1987 waarna het gesloten werd. Herbruikbare spullen werden in andere ziekenhuizen gebruikt, patiëntendossiers, laboratoriumchemicaliën en röntgenfoto’s bleven achter.
Sindsdien hebben diverse partijen tevergeefs geprobeerd het sanatorium van de ondergang te redden. In 1992 werd het gebouw bestempeld als monument. Dat weerhield de lokale brandweer er niet van om een jaar later een oefening te houden, die door fouten flinke schade heeft aangericht. Herpain Enterprises, een Belgische bouwonderneming, probeerde er een Amerikaans bedrijf, General Motors, in te huisvesten. Het bedrijf haakte af. Jaren later was men van plan om er tijdelijk asielzoekers te laten verblijven. Felle protesten in het dorp Tombeek zorgden ervoor dat dit plan niet doorging.
Nadien kwam een Nederlandse projectontwikkelaar om de hoek kijken. Zij wilden er luxe appartementen in huisvesten. Maar naar mate de tijd vorderde, werd renovatie steeds duurder. Het gebouw voldeed niet aan de strenge eisen die tegenwoordig de norm zijn, bijvoorbeeld als het gaat om brandveiligheid. Ook de isolatie zou een probleem worden. De raampartijen, die het sanatorium kenmerkten, zouden allemaal vervangen moeten worden door dubbelglas. Vorst zorgde ervoor dat de siertegels aan de gevel losraakten of barstten. Bij een latere inspectie bleek zelfs een deel van het gebouw uit het lood te staan. Experts vermoedden destijds dat het te wijten was aan de snelheid waarmee het sanatorium is gebouwd.
In deze jaren trok het gebouw ook de aandacht van architectuurliefhebbers uit België en Nederland. Er werd een actiegroep opgericht, genaamd Red het Sanatorium. In 2006 figureerde het sanatorium in het programma Monumentenstrijd, uitgezonden door Canvas. De deelname was symbolisch, omdat de eigenaar geen toestemming verleende voor het renovatieproject, maakte het gebouw geen kans om 1 miljoen euro te winnen.
In 2008 kwam een nieuwe investeerder om de hoek kijken; Tombeekheyde NV. Het bedrijf was van plan om het gebouw te renoveren en er vervolgens een rusthuis in onder te brengen. Hoe voortvarend men ook startte, het werk vlotte niet. In 2011 kwam er vanuit de Vlaamse overheid nog een bedrag van 1,6 miljoen euro vrij. Ter vergelijking, dit is slechts een tiende van de kosten die gemaakt zijn bij de investering.
Jaren later, in 2017, werd het gebouw eindelijk opgeleverd. Bij de renovatie heeft men steeds de afweging moeten maken tussen iets in de oude staat terugbrengen of het toekomstbestendig maken. Zo zijn de glanzende tegels die de gevels sierden vervangen door een tegelsoort die het wat langer vol zal houden en is er dubbelglas aangebracht.
De letters die het dak sierden met de naam van de verzekeringsmaatschappij zijn logischerwijs niet teruggekeerd. De mozaïek van het logo in de centrale hal schijnt wel gerestaureerd te zijn. Dat is nog het enige dat men eraan herinnert dat het gebouw ooit in opdracht van La Prévoyance Sociale is gebouwd. Tegenwoordig doet het sanatorium dienst als woonzorgcentrum, waar mensen lang, kort of zelfs permanent kunnen verblijven.
Wegens omstandigheden is een bezoek aan het volledig gerenoveerde gebouw nog niet mogelijk geweest.