President Alar Karis van Estland heeft zich uitgesproken tegen het verbieden van het Z-symbool. Het symbool wordt door sympathisanten van de door Rusland in Oekraïne gevoerde oorlog als teken gebruikt om steun te betuigen.
Volgens Karis, die benadrukte geen enkel begrip te hebben voor mensen die de letter Z gebruiken, is de huidige wetgeving voldoende. In de wet staat dat oorlogspropaganda verboden is. Specifiek het Z-symbool daaraan toevoegen is in principe niet nodig. Daarnaast gaat Karis er ook van uit dat de sociale controle in Estland zijn werk zal doen. Tevens is het opstellen van een lijst van symbolen mogelijk ook verwarrend, immers kan een symbool dat op de lijst staat vervangen worden door iets anders.
De roep om het Z-symbool te verbieden volgde na een reeks incidenten waarbij het symbool een rol speelde. Zo reed er in de hoofdstad een auto rond met een letter Z op de achterruit en werden in Kohtla-Järve enkele scholieren gezien die de letter in hun haar geschoren hadden. De Estse politieke partij Isamaa heeft als gevolg daarvan een voorstel gedaan in de Riigikogu.
De partij wilde dit onderwerp voor 9 mei behandeld hebben. Op deze dag viert Rusland de Dag van de Overwinning, waar het einde van de Tweede Wereldoorlog centraal staat. Echter betekende 9 mei voor onder andere de Baltische staten het begin van een lange periode van bezetting door de Sovjet-Unie.