De Estse voedselbank, Toidupank, ziet een flinke toename in het aantal mensen dat een beroep doet op dit initiatief. Eén van de vrijwilligers vergelijkt de situatie met 2009 toen Estland eveneens te maken had met een economische crisis.
Indrek Kaing, sinds 2009 betrokken bij Toidupank als vrijwilliger, merkt wel op dat er duidelijke verschillen zijn. Waar destijds vooral mensen die al op het randje van de armoedegrens leefden bij hen aanklopten, ziet men nu ook meer personen met een modaal inkomen. De inflatie die in Estland op dit moment 21% is, zorgt ervoor dat ook zij de eindjes moeilijker aan elkaar kunnen knopen. Ook Oekraïense vluchtelingen doen geregeld een beroep op Toidupank.
De toename is niet alleen te wijten aan de hoge inflatie en de oorlog in Oekraïne. De coronapandemie heeft ook voor een golf ontslagen gezorgd en naar verwachting komt er tijdens of na de winter een tweede ontslagronde aan. Ditmaal veroorzaakt door bedrijven die de energieprijzen niet meer kunnen betalen en hierdoor hun deuren moeten sluiten.
De Estse overheid doet ondertussen wat mogelijk is om zoveel mogelijk mensen te helpen. Om gezinnen met kinderen tegemoet te komen werd na lang onderhandelen besloten om de toelages te verhogen. Daarnaast besloot men om gepensioneerden die vanuit Rusland hun pensioen ontvingen, te compenseren. Nadat Rusland de oorlog in Oekraïne startte, stopten de betalingen en dat leidde tot soms schrijnende gevallen.
Vooralsnog lijkt Toidupank de stroom mensen nog goed te kunnen bedienen. Zo zijn er dagen georganiseerd voor specifieke doelgroepen, zoals alleenstaande ouders en gepensioneerden. Op vrijdagen en zaterdagen gaan vrijwilligers op pad om bij winkels producten op te halen. Door heel Estland doen ruim 70 winkels mee.