In maart worden in Estland parlementsverkiezingen gehouden. Inwoners van Estland kiezen wie hen in de Riigikogu gaat vertegenwoordigen. In totaal zijn er 101 zetels te verdelen. De wijze waarop gestemd wordt en bepaald wordt wie in de Riigikogu plaats mag nemen, is voor mensen buiten Estland wellicht niet helemaal duidelijk. Een korte uitleg.
De verkiezingsdag is in 2023 op zondag 5 maart, maar er kan al vanaf morgen, maandag 27 februari, gestemd worden. Iedere Estse staatsburger van 18 jaar of ouder mag stemmen, in tegenstelling tot gemeenteraadsverkiezingen; dan mag iedere inwoner stemmen. Dit kan online of in een stemhokje. Er kan ook vanuit het buitenland gestemd worden.
De voorlopige resultaten worden op zondag 5 maart, direct na het sluiten van de stemlokalen, bekendgemaakt. Het gaat dan om de digitaal uitgebrachte stemmen. Het tellen van de stembiljetten moet dan nog plaatsvinden. De uitkomst van deze telling, in combinatie met de digitale stemmen, vormen de verkiezingsuitslag die uiterlijk maandagochtend, 6 maart, gepresenteerd zal worden.
Estland kent een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging. Een partij moet minimaal 5% van de stemmen behalen om een plek in de Riigikogu te bemachtigen. Tijdens de verkiezingen voor de Riigikogu is Estland verdeeld in 12 kiesdistricten. De grenzen van elk district zijn bepaald aan de hand van het aantal inwoners van zo’n district. Op de kaart levert dit een bijzonder plaatje op, zo is Tartu een apart district, aangezien dit de grootste stad in het zuiden van Estland is. Tallinn is zelfs verdeeld in drie districten.
Deze kiesdistricten zijn een belangrijk onderdeel van de verkiezingen. Elk district krijgt een aantal mandaten toegewezen. In totaal worden er 101 verdeeld over de 12 districten. Hoe meer stemgerechtigden, hoe meer mandaten er te vergeven zijn in een district. Aan de hand van het aantal mandaten kan berekend worden wat de kiesdeler is voor de voorkeursstemmen. De Esten doen dat als volgt: het aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal mandaten in een district. De uitkomst is het minimum aantal stemmen dat nodig is om gekozen te worden.
De verdeling van de mandaten volgt daarna. Elke politieke partij die landelijk minimaal 5% van de stemmen krijgt, neemt deel aan de verdeling. De uitgebrachte stemmen op de individuele kandidaten per partij worden bij elkaar opgeteld en vergeleken met de kiesdeler per district. Elke keer als de kiesdeler wordt overschreden, krijgt een partij één mandaat toegewezen. In feite wordt het totaal aantal stemmen gedeeld door de kiesdeler. Mocht een lid van een partij op persoonlijke titel al een mandaat gekregen hebben, wordt deze afgetrokken van het totaal aantal mandaten dat de partij heeft gekregen.
Het totaal aantal mandaten dat een partij krijgt, staat gelijk aan het aantal zetels dat een partij mag innemen in de Riigikogu. Maar hoe bepaal je wie binnen een partij een zetel toegewezen krijgt? Per district worden de kandidaten gerangschikt op het aantal stemmen dat ze ontvangen hebben. Degenen met de meeste stemmen is uiteraard verzekerd van een zetel, maar het aantal stemmen moet minimaal 10% van de kiesdeler in een district bedragen.
Gekozen parlementsleden mogen naast hun werk in de Riigikogu nog wel ander werk verrichten, maar een flink aantal andere nevenfuncties zijn bij wet verboden. Zo mogen leden van de Riigikogu niet actief zijn als advocaat, beëdigd vertaler, notaris of burgemeester. Een hoge functie, bijvoorbeeld als directielid van staatsbedrijven of -voorzieningen is eveneens niet toegestaan. Daarnaast is het ook niet toegestaan om gemeenteraadslid of lid van het Europees Parlement te zijn, naast het lidmaatschap van de Riigikogu.